Het moet in het vroege voorjaar van 1962 in de derde klas van de HBS aan de Catharijnesingel in Utrecht zijn geweest, dat we meneer Pont van Duits erop hebben aangesproken. Meneer Pont bleef namelijk zijn lessen met de schoonheid van de Duitse literatuur vullen, terwijl wíj over een paar jaar eindexamen moesten doen en hij niet. Het eindexamen in de drie vreemde talen bestond uit een schriftelijke vertaling. In één van die drie talen moest je ook een mondeling examen doen. Meneer Pont was onthutst door ons verzoek dat we met vertalingen wilde oefenen. Hij verweet ons dat het ons alleen maar om de cijfers ging terwijl die toch eigenlijk bijzaak waren. Meneer Pont was zo over zijn toeren dat hij in tranen uitbarstte. Klasgenoot Hans Welle en ik hebben nog geprobeerd hem tegen de klas in bescherming te nemen, want hij was verder gewoon een goede leraar. We hebben niet kunnen voorkomen dat hij na die les niet meer op school is verschenen. Volgens directeur Menk was hij al een tijdje overspannen.
De Volkskrant wijdde op 10 mei 2017 zijn voorpagina aan het bericht dat examentraining in onze tijd de normaalste zaak geworden is. Het gaat dan niet alleen om apart, bij commerciële instituten in te kopen, bijlessen, die de ouders vaak meer dan 100 euro per dag kosten. Het verwarrende is nu juist dat de externe commerciële instituten zich meer dan eens een plek in het reguliere onderwijs verworven hebben. Zo meldt Maurice Kimman, directeur van bijlesbureau Onderwijshelden, in de mooie reportage van Kaya Bouma, dat de helft van de 6000 leerlingen die dit jaar de Nationale Examentraining van zijn bureau volgt, dat op school doet. De naam ´Nationale Examentraining´ voor een commerciële bijles, ter voorbereiding op een landelijk examen, draagt natuurlijk aan de verwarring bij. Een goede voorbereiding op de examens hoort onderdeel van het reguliere onderwijs te zijn en door de leraren zelf gegeven te worden.
Iris Kooijman die haar werk als examentrainer al vijf jaar naast haar baan als docent Nederlands deed is er in de reportage heel open over. Het gaat hier om een misstand. Ze zegt dat ze als docent heel anders lesgaf dan als examentrainer. Als docent leerde ze haar leerlingen lezen en schrijven en een tekst begrijpen. Als trainer leert ze haar leerlingen zo goed mogelijk examen maken. Ze steekt haar kritiek op die aanpak niet onder stoelen of banken. Ze noemt leerlingen een toets leren maken de weg van de minste weerstand naar een zo hoog mogelijke score. Het is voor haar geen vraag of de examenindustrie, die de laatste jaren is ontstaan ongelijkheid, schept. Zolang de ouders het kunnen betalen is er veel mogelijk, als dat niet het geval is dus niet. Volgens Oscar Bohlander van de branchevereniging van huiswerkbegeleidingsinstituten LVSi loopt het zo´n vaart niet met de kansenongelijkheid. Er is een grote variëteit aan cursussen in vele prijsklassen. En de scholen en de huiswerkinstituten komen de beperkte groep ouders die het echt niet kunnen betalen vaak tegemoet.
Het probleem is niet nieuw. Bij de behandeling van de onderwijsbegroting 2017 in de Tweede Kamer oktober vorig jaar brak onderwijsminister Jet Bussemaker nog de staf over ‘de kloof tussen arm en rijk in het schaduwonderwijs’. Daarmee doelde ze inderdaad op de huiswerkinstituten en private scholen waar kinderen tegen betaling les krijgen. De Volkskrant meldde toen dat ze zich moest inhouden, omdat het VVD-staatssecretaris Sander Dekker is die over het basis- en middelbaar onderwijs gaat. Maar er is wel degelijk sprake van een alarmerende situatie. Het is hoog tijd dat we het gelijke kansendebat in het onderwijs weer breed gaan voeren. De meeste politieke partijen gebruiken de enorme investeringen in achterstandsbestrijding bij jonge kinderen, die ook nog eens aantoonbaar geen effect ressorteren, als alibi om niet verder te hoeven kijken.
We moeten ervoor zorg dragen dat de scholen zelf een goede voorbereiding op de examens kunnen leveren. Goede leraren kunnen dat en zodra scholen en ouders die expertise extern moet gaan inkopen is er iets grondig mis. Maar we mogen ook de opvatting van meneer Pont niet uit het oog verliezen. Als de examens de inhoud van het onderwijs gaan bepalen is er met ons onderwijs nog veel meer mis. Ik ben ervan overtuigd dat er ook wat dat betreft met ons onderwijs veel meer mis is dan we denken.
Helemaal mee eens! Ik zou heel streng willen zeggen: alleen van kinderen zonder cito training of andere examen training tellen de cijfers of de score mee bij het bepalen van de vervolgopleiding en de school. De score van de anderen vertekent het beeld.