Er is al heel vaak op gewezen dat met het verdwijnen van filosofie en geschiedenis uit de curricula in hoger onderwijs het academische fundament onder de opleidingen wordt weggehaald. Op 27 maart 2019 kwam het protest uit onverwachte hoek. De Groningse hoogleraar scheikunde Marleen Kamperman protesteerde tegen de door de Commissie van Rijn voorgestelde reallocatie van 150 miljoen euro van geesteswetenschappen naar exacte wetenschappen. Ze is nog maar net begonnen als hoogleraar, maar heeft al zeven promovendi. Ze zegt nadrukkelijk dat haar protest niets te maken heeft met echt of geveinsd medelijden jegens haar collega’s in de niet-exacte wetenschappen, die het vaak met een enkele promovendus moeten doen. Ze is er gewoon van overtuigd dat harde wetenschap niets waard is zonder iets minder harde wetenschap en kan dat ook goed onderbouwen. In een eerdere column gaf ze te kennen zich met haar recent verworven hoogleraarschap nogal opgelaten te voelen. ‘Ben ik professor? Hogepriester van Minerva, ik? Is hier geen misverstand in het spel?‘ Een samenleving waarin alleen geld is voor nanotechnologie is volgens haar (zelf weet ze vooral veel van polymeren) op weg naar een land vol slimme rekenaars zonder cultureel en historisch besef en zonder filosofische basis. Op weg naar een faillissement kortom.
In dezelfde Volkskrant staat ook een verhaal waarin weer eens duidelijk wordt waarom je in de niet zo harde wetenschappen met slimme rekenaars niet toekan. Het gaat om de weerlegging van een theorie die in de sociale psychologie al een halve eeuw opgeld doet. Dat in noodsituaties de massa toekijkt zonder iets te doen – het zogeheten passieve omstanderseffect – wordt op grond van gefilmde analyses van opstootjes in Amsterdam, Kaapstad en Lancaster tegengesproken. In bijna alle gevallen komen omstanders juist wel in actie. De veronderstelling ‘hoe groter de massa, hoe anoniemer we ons voelen’ blijkt ook al niet te kloppen. Hoe groter de groep, hoe groter de kans dat er altijd wel iemand is die ingrijpt, beweren de onderzoekers die binnenkort in American Psychologist verslag doen. Met slimme rekenaars kunnen we in dit geval niet toe omdat het hier op interpretatie aankomt. Daar komt bij dat we theorieën die The bystander effect ondersteunen, niet zomaar willen opgeven. Op Youtube zijn experimenten te zien waardoor het effect moeilijk te ontkennen valt.
Cultureel antropoloog Marie Rosenkrantz Lindegaard van het Nederlands Criminologisch Onderzoeksinstituut NSCR, die aan het nieuwe internationale onderzoek leiding gaf, vindt dat we bij de verklaring voor het te hulp schieten niet aan altruïsme moeten denken, maar wel aan een bereidheid risico te nemen om de morele orde te bewaren. Wat mij betreft komen we voor de verklaring van de hulpvaardigheid met (welbegrepen) eigen belang voorlopig al een heel eind. Daarmee kunnen we namelijk ook het passieve omstanderseffect in andere gevallen verklaren. Mijn vraag is nu of dat voor prof.dr Marleen Kamperman en de manier waarop zij als chemicus de geesteswetenschappen te hulp schiet ook geldt. Ze vreest een generatie wetenschappers die geen idee heeft van de wereld buiten het laboratorium en bovendien niet in staat is om de resultaten van onderzoek op een begrijpelijke manier op te schrijven. Ze klaagt steen en been over de abominabele taalvaardigheid van haar studenten. Ze wil het vak Nederlands voor alle (Nederlandse) eerstejaars studenten invoeren. Toch sluit ik niet uit dat ze ook echt dapper is. Ik heb uit de exacte hoek nog niet eerder horen roepen dat men voor de financiering van het eigen onderzoek wel met wat minder toe kan. Ik ben eigenlijk wel nieuwsgierig naar het commentaar van Kampermans collega’s.
Maar misschien is het toch belangrijker om te onderzoeken hoe het staat met de aandacht voor filosofie en geschiedenis in de eigen opleidingen. In het afgelopen jaar werden de universitaire opleidingen pedagogische wetenschappen gevisiteerd. De NVAO-accreditatierapporten van de meeste vestigingsplaatsen bieden wat mij betreft een zorgelijk beeld. De commissie komt nergens tot negatieve beoordelingen, maar haar verbetervoorstellen spreken boekdelen.