Is een goede buurvrouw nog altijd beter dan een verre vriendin?

Delen:

De Rijksuniversiteit Groningen heeft de website www.overlastadvies.nl gelanceerd. Mensen die last hebben van hun buren kunnen daar terecht voor advies. Michel Vos, hoogleraar openbare orde en veiligheid, sprak er gedreven over in het Radio1 Journaal van 4 mei 2019. Burenoverlast neem niet alleen toe – inmiddels heeft een half miljoen huishoudens last van de buren -, zij neemt in veel gevallen ook schrikbarende vormen aan. De rijdende rechter laat ons wekelijks zien hoe mensen zich in kinderachtigheden kunnen vastbijten. Het meest gehoorde advies ‘Ga eens met je buren praten’ slaat vaak de plank mis. Dat hebben ze meestal allang gedaan of ze durven niet. Het invullen van de vragenlijst op de website resulteert in een automatisch gegenereerd passend advies. Het computerprogramma heeft 600 mogelijke adviezen op voorraad beschikbaar. Het advies op maat vertelt niet alleen over hoe je je buren kunt aanspreken, maar ook over wat de woningbouwvereniging kan doen, wat de burgemeester, die sinds 2017 meer bevoegdheden gekregen heeft, kan doen en waarop OM en politie aan te spreken zijn. De website geeft ook realistisch juridisch advies.

Er is vast en zeker tevredenheidsonderzoek verbonden aan dit mooie initiatief. Naar de uitkomsten daarvan ben ik erg benieuwd. Prof. Vos is open over de achtergronden: de universiteit is er voor onderzoek en onderwijs en niet voor individueel advies. Als een computerprogramma een passend individueel advies kan leveren, waarom eigenlijk niet? Vos is er ook open over dat de persoonlijke gegevens van degenen die de vragenlijst invullen wel voor onderzoek worden gebruikt. Als je advies wilt moet je vanzelfsprekend allerlei gegevens invullen, over het type woning bijvoorbeeld, over het type overlast. Ook dien je aan te geven of het probleem al langer bestaat en of er sprake is van mogelijk psychische problemen. De privacy is in zoverre gewaarborgd dat je geen persoonsgegevens hoeft aan te leveren en alleen de cijfers van je postcode, niet de letters.

Interessant is dat in de afgelopen jaren niet alleen de burenoverlast is toegenomen, maar dat ook het beeld dat wij van ‘buren’ hebben sterk is veranderd. Even afgezien van de grote verschillen die er tussen stad en platteland kunnen bestaan is het de vraag of de zegswijze ‘Een goede buur is beter dan een verre vriend’ nog altijd dezelfde geldingskracht heeft. Als het om de ideale buurman of buurvrouw gaat geldt volgens Vos het gezegde ‘Hoge hekken maken goede buren’. Volgens hem is de goede buur degene bij wie je wel een kopje suiker gaat lenen, maar met wie je niet op dagelijkse basis contacten hebt. Je onderhoudt er op vriendelijke basis contacten mee, maar een goede buur is vooral iemand waar je geen last van hebt als je in je eigen huis zit. Je wilt je veilig en onbespied voelen en niet voortdurend met allerlei geconfronteerd wordt en elkaar niet naar het leven staan als je elkaar buiten op straat tegenkomt, aldus Vos. Duidelijk is dat de toename van de ervaren overlast ook te maken heeft met het feit dat mensen minder van elkaar kunnen hebben.

Als de lezer zich afvraagt wat deze problematiek met pedagogiek te maken heeft, dan hebben we hier een echt pedagogisch probleem te pakken. Ooit hoorde het kennismakingsgesprek met de buren tot het standaardpakket van de opvoeding. Als je ergens nieuw kwam wonen ging je bij de buren langs om je voor te stellen en hen uit te nodigen voor nadere kennismaking. Dat uitnodigen kon aan de deur. Op die koffie- of theevisite werd ook het tegenbezoek gepland. Daarbij kon het blijven, maar je wist wie je naast je had wonen en kon er vanzelfsprekend terecht voor het kopje suiker. In veel steden zijn de relaties zo geanonimiseerd dat het zelfs van dat voorstellen aan de deur niet meer komt. De vraag is dus of we onze kinderen in deze tijd wat dat betreft nog iets willen meegeven, of dat het hier gaat om een manier van omgaan die zo afhankelijk is van de gebruiken op de plaats waar ze komen te wonen, dat ze maar gewoon naar bevind van zaken moeten handelen.

Het invullen van de vragenlijst op www.overlastadvies.nl levert overigens een ontnuchterende ervaring op. Op grond van een minimaal aantal in te vullen gegevens wordt een zes en een half pagina´s tellend advies afgeleverd. Het advies behelst een keuze uit een grote hoeveelheid beschikbare standaardinformatie. De zinnen zijn er zo uit weggeplukt. Dat advies komt degene die burenoverlast ervaart zeker van pas, maar het gaat toch wel heel erg ver om in dit geval van advies op maat te spreken. Zoals zo vaak gaat het hier weer gewoon om een vorm van confectie die heel slecht kan zitten. De beperkte lengte van de vragenlijst mag als voordeel worden gekwalificeerd. Heel veel op internet aangeboden enquêtes vragen de invuller volstrekt ten onrechte het hemd van het lijf. Ze kosten in het algemeen ook veel meer tijd dan ze beloven. Maar mensen die echt onder burenoverlast lijden zullen er geen enkele moeite mee hebben om iets meer tijd voor het invullen te moeten uit te trekken. Wat in ieder geval op de minimale vragenlijst ontbreekt is de vraag of er bij de invuller of zijn of haar overlast gevende buren kinderen in huis zijn. Om het cynisch te formuleren: Het hoeft dan ook niet te verbazen dat ‘Veilig thuis’ ontbreekt op de lange lijst van mogelijke instanties die de computer van prof. Vos beschikbaar heeft om de invuller van de vragenlijst van dienst te zijn bij het reduceren van de burenoverlast.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *