In mijn jongere jaren vermaakte ik me graag in het kroegleven van Groningen. We hadden destijds nog vrouwencafé de Koningin, waar ik met een toenmalige vriendin wel kwam. Er was daar een vrouw, tenminste ik neem aan dat ze zich als vrouw identificeerde aangezien we ons in een vrouwencafé bevonden, die uiterlijk zowel in de categorie man als in de categorie vrouw zou kunnen vallen. Ik had niet eerder zo iemand getroffen, was uitermate gefascineerd en gecharmeerd, en moest mijn best doen om niet te gaan staren. Wat een prachtig uniek wezen. Ik voelde me enorm aangetrokken tot deze persoon, maar ja, met je verkering aan je zij ga je daar natuurlijk geen werk van maken.
Het doet me deugd dat we vandaag de dag veel meer van deze op het oog non-binaire of interseks mensen zien. Door BN’ers als Raven van Dorst die hier in de media regelmatig over gepraat heeft, wordt het ook al iets gebruikelijker om niet één van de vakjes man of vrouw te kiezen maar gewoon je mooie zelf te zijn. Mijn verliefdachtigheid op de eerste non-binaire persoon die ik (bewust) zag, betekent natuurlijk niet dat alle non-binairen dit spectaculaire effect op me hebben. Dat zou wat zijn. Maar ik geniet wel van de variatie die wat dit betreft steeds meer te zien is en van de verschillen tussen mensen.
Misschien is het mede daarom dat ik droevig word van de snelle toename van geslacht veranderende operaties voor jeugdigen. Ik lees en hoor over hun worstelingen en de afkeuring en discriminatie die ze tegenkomen en vraag me af of deze jonge mensen het nog steeds nodig zouden hebben om hun lichamen chirurgisch in één van binaire hokjes man-vrouw te dwingen, als het meer geaccepteerd was om ‘in-between’ te zijn. Is genderdysforie in alle gevallen een individueel probleem dat om een (ingrijpende) medische oplossing vraagt, of betreft het ook deels een sociaal-maatschappelijk probleem van rigiditeit en intolerantie?
De samenleving kan hard zijn voor wat ik voor nu maar even “vrouwelijke mannen” of “mannelijke vrouwen” noem. Vasthouden aan een ooit geconstrueerde maar achterhaalde binaire categorie gaat dit niet veranderen. Volgens mij kunnen we beter gaan werken aan de beperkte en beperkende contexten waarin sekse of gender nog geen continuüm mag zijn. Een mooie maar wellicht ingewikkelde stap zou het aanpassen van biologielessen en -boeken op lagere en middelbare scholen kunnen zijn. Een voorbeeld van een relatief eenvoudige aanpassing is op scholen en andere plekken bij één of meer toiletten het vrouwenfiguurtje op de deur vervangen door een bordje ‘genderneutraal toilet’.
Er zijn nog veel meer acties te bedenken die aan contexten sleutelen in plaats van aan kinderen. Wie denkt en doet er mee?