Zoals in mijn blog van precies een maand geleden opgemerkt, mag het ontbreken van geschikte huisvesting, armoede noch schulden reden zijn om kinderen weg te halen bij hun ouders. Terecht wordt er nu naar aanleiding van de toeslagenaffaire en het drama met de vele uithuisgeplaatste kinderen van gedupeerden van deze affaire gewezen op de impact van een ongewenste opstelling van ons land wat betreft de rechten van kinderen.
Artikel 26 van het VN-Kinderrechtenverdrag verlangt van alle landen die dit verdrag hebben ondertekend dat elk kind zelf recht heeft op sociale zekerheid. Ons land heeft een voorbehoud bij dit artikel gemaakt. Dit betekent dat kinderen niet zelf rechtstreeks toegang hebben tot financiële hulp. De Nederlandse reserve wordt gerechtvaardigd met de gedachte dat het recht op sociale zekerheid voor kinderen voldoende wordt gewaarborgd, namelijk indirect, via de ouders. Maar in uiteenlopende gevallen blijken groepen kinderen onvoldoende te kunnen genieten van sociale zekerheid, doordat hun ouders hier niet of onvoldoende voor in aanmerking komen. Voorzover er een relatie is tussen de toeslagenaffaire en de talloze uithuisplaatsingen die bij kinderen van gedupeerden van deze affaire hebben plaatsgevonden, kan worden gesteld dat we hiermee stuiten op een belangrijke omissie in de toekenning van rechten aan kinderen in Nederland.
‘Kinderen missen zelfstandig recht op sociale zekerheid’ luidt de titel van de studie naar de achtergrond en de gevolgen van deze omissie die onlangs in opdracht van Save the Children door het Verwey-Jonker Instituut en het Utrecht Centre for European Research into Family Law (UCERF, Universiteit Utrecht) zijn onderzocht. Ruim voor de berichtgeving over de dramatische uithuisplaatsingen tegen de achtergrond van de toeslagenaffaire liet deze studie zien dat intrekking van het Nederlands voorbehoud tegen artikel 26 van het VN-Kinderrechtenverdrag een elementaire stap kan vormen om kinderen te beschermen tegen situaties waarin ze, in strijd met artikel 8 EVRM, als gevolg van armoede, schulden of dakloosheid worden weggehaald bij hun ouders. Toegegeven, de implementatie van artikel 26 is zeker geen gemakkelijke opgave. Ook in andere landen, zoals Spanje en Denemarken, loopt het allesbehalve probleemloos of komt het feitelijk nauwelijks van de grond. Maar, zoals de onderzoekers aangeven: ‘Het opheffen van het voorbehoud geeft het signaal dat het recht op sociale zekerheid voor minderjarige kinderen uitgangspunt is.’
Het VN-Kinderrechtencomité heeft Nederland keer op keer gevraagd om het voorbehoud op artikel 26 in te trekken. Vandaag – 20 november, Internationale Dag van de Rechten van het Kind – is het in het schrille licht van de toeslagenaffaire tijd om hier opnieuw dringend aandacht voor te vragen. Laat dit punt vanaf nu aandacht krijgen in de gesprekken over een nieuwe regering. Met een dergelijk besluit maakt die nieuwe regering in elk geval duidelijk de rampzalige gevolgen van de toeslagenaffaire voor de getroffen kinderen en hun ouders serieus te nemen en zich te willen inspannen om herhaling te voorkomen.