Deze week maakte de Amsterdamse organisatie Kids Rights bekend dat ons land op de tweede plaats staat van haar wereldwijde Index kinderrechten. Nederland scoort dus goed op het punt van naleving van kinderrechten; alleen Noorwegen doet het volgens Kids Rights nog net iets beter.
Deze mooie uitslag komt vrijwel overeen met recente uitslagen van indexen van Unicef, zoals de Innocenti Report Card nr. 11 en nr. 12. In het wereldwijde overzicht van het welzijn van kinderen uit 2013 kwam ons land voor de tweede keer op de eerste plaats van 21 welvarende landen. Zowel qua materieel welzijn als qua onderwijs en weinig riskant gedrag stonden we daar op de 1e plaats. Bovendien bleek de jeugd in ons land opnieuw met afstand het meest tevreden. En ook in de Report Card van 2014, over de invloed van de economische crisis op de situatie van kinderen, komt ons land relatief goed voor de dag. Terwijl kinderen in de meeste welvarende landen extreem veel negatieve gevolgen ondervinden van de recessie, blijft die achteruitgang in ons land vergeleken bij deze landen beperkt.
Lijken we als voetbalnatie helemaal uit de internationale top te verdwijnen, als het gaat om rechten van kinderen staat ons land nog steeds stabiel aan de top. Goede indicaties voor een positieve ontwikkeling, ook richting de toekomst en ondanks crisis en bezuinigingen, zijn bijvoorbeeld te vinden op het gebied van de zuigelingen- en kindersterfte. Volgens de index van Kinderen in Tel 2014 (Verwey-Jonker Instituut) zijn beide de afgelopen 15 jaar met ruim een derde afgenomen. En terwijl het aantal tienermoeders hier altijd al laag was, is dat aantal het afgelopen decennium mede door verbeterde voorlichting nog verder gedaald. Van groot belang is tenslotte de voortgaande afname van het percentage voortijdig schoolverlaters. Die is dankzij velerlei inspanningen de afgelopen tien jaar met ongeveer een kwart afgenomen.
Toch blijkt uit dezelfde nationale index, dat zich ook in ons land zorgelijke ontwikkelingen voordoen. De crisis laat ook hier negatieve sporen na voor kinderen. Algemeen bekend is de stijging van de jeugdwerkloosheid. Die pakt met name negatief uit voor jongeren zonder startkwalificatie en jongeren met een niet-westerse achtergrond. Maar ook is het percentage kinderen dat leeft in armoede de afgelopen vijf jaar behoorlijk toegenomen: inmiddels leven bijna 200.000 kinderen in ons land in armoede. Ruim 600.000 kinderen woont inmiddels in een achterstandswijk, een toename van 20% sinds 2000. Een bijkomend probleem is dat alle gemeenten een eigen (of helemaal geen) armoedebeleid hebben en dat een specifieke orientatie op problemen van kinderen in armoede veelal ontbreekt. Dit probleem zal met de toegenomen autonomie van de gemeenten alleen maar nijpender worden.
Terecht merkte Kinderombudsman, oprichter en voorzitter van Kids Rights, dan ook bij de presentatie van de nieuwste cijfers op, dat er nog veel moet gebeuren om de belangen van kinderen goed te behartigen. Misschien is wel het meest schrijnende dat er in een rijk en welvarend land als het onze zulke extreme verschillen bestaan. Terwijl de sociaal-economische positie van de bewoners van onze veertig ‘krachtwijken’ de afgelopen jaren nauwelijks is verbeterd en het aantal daar wonende kinderen sterk is toegenomen, kent meer dan de helft van de Nederlandse gemeenten helemaal geen achterstandswijken.