Een half jaar geleden constateerde de Algemene Rekenkamer dat de mogelijke problemen bij de invoering van het nieuwe systeem rond het persoonsgebonden budget door de verantwoordelijke bewindslieden volstrekt waren onderschat. Daardoor was dit systeem ‘in plaats van een oplossing voor de fraudeproblemen met pgb’s, zelf een nieuw probleem geworden.’ De positie van staatssecretaris Van Rijn, die steeds iedere kritische kanttekening had weggewuifd en voortdurend had verzekerd dat geen kind in de kou zou komen te staan, leek even te wankelen. Hij mocht echter blijven.
Eind vorige week publiceerde de Kinderombudsman een kritisch rapport over de jeugdzorg. Hij concludeerde dat er bewust financiële afwegingen worden gemaakt die ten koste gaan van kinderen. In plaats van meer toegankelijk is de jeugdzorg het afgelopen jaar juist minder toegankelijk geworden. Het duurt langer voordat hulp wordt toegekend, er zijn opnieuw wachtlijsten ontstaan, tijdige herindicaties blijven uit, er is veel vertraging door botsingen tussen gemeenten en specialisten over de vereiste zorg, waarbij gemeenten steeds vaker op de stoel van de hulpverlener gaan zitten, en door botsingen tussen gemeenten onderling over de vraag onder wiens verantwoordelijkheid de zorgvraag van een kind valt.
Opnieuw wuift staatssecretaris Van Rijn de kritiek weg. ‘We zijn de jeugdzorg fundamenteel aan het verbeteren’, luidt zijn weerwoord. Wel voegt hij er in een reactie in de Volkskrant aan toe: ‘Gemeenten die op de stoel van hulpverleners gaan zitten, dat kan en mag echt niet. (…) Dus als de Kinderombudsman daarvan concrete voorbeelden heeft, ontvangen we graag namen en rugnummers.’
Hier zien we het spelletje dat ik begin december vorig jaar betitelde als ‘zwarte pieten met de zorg’. Nadat jarenlang alle waarschuwingen uit het veld waren afgedaan als ‘ongefundeerde angst voor vernieuwing’, begonnen de politiek verantwoordelijken in het besef dat er waarschijnlijk toch echt grote problemen zouden ontstaan als gevolg van de haast en de ingrijpende bezuinigingen eind vorig jaar alvast te werken aan hun verdediging. De gemeenten kregen de zwarte piet toegespeeld. Toenmalig staatssecretaris Teeven dreigde ‘talmende’ gemeenten onder curatele te stellen. De PvdA riep haar aanhang op de gemeenten achter de vodden te zitten.
Misschien heeft het iets te maken met het naderen van de decembermaand, maar het lijkt wel ons nieuwe nationale politieke spel te worden: zwarte pieten met de vraag naar de verantwoordelijkheid. Of hebben we hier gewoon te maken met een opleving van het aloude handen wassen in onschuld?
‘Graag namen en rugnummers.‘ Het is wel slim, maar niet fair. Natuurlijk moeten die gemeenten worden teruggefloten. Maar zelfs als er maar een fractie van al die weggegooide Fyra-miljarden en van die miljarden lastenverlichting naar de gemeenten was gegaan, had de staatssecretaris sterker in zijn schoenen gestaan. Had hij de gemeenten en de instellingen dan ook nog een paar jaar extra gegeven, ja, dan hadden we hem graag die namen en rugnummers gegeven. Wat zeg ik, die waren er dan waarschijnlijk helemaal niet geweest!
lieven mensen in mijn praktijk heb ik veel ouders kunnen helpen met het vinden van goede hulp voor hen en de kinderen. Jeugdzorg speelt hier vaak een slechte rol om de kern van het probleem te zien en er een oplossing voor te vinden.
dat wil niet zeggen dat de jeugdzorg haar totale werk niet goed doet, dus hou op met generaliseren want deze heeft nooit ergens tot de gewenste verandering geleid.
je zal maar hulp wensen en het gaat om namen en rugnummers. het gaat om onze kinderen want dat zijn ze toch? als ouders hulp nodig hebben zijn het onze kinderen we dragen het probleem en lossen het op. Dat doen we uit het samenvattende woord JEUGDZORG . Ook de Kinderombudsman kom met waar je het kind individueel helpt om de overheid iets te laten zien. Dus roep niet dat het niet klopt maar doe iets.
Inigo Poort