Waarom Chriet Titulaer de verandering van de humor niet kon voorspellen

Delen:

Een van de grootste problemen van de opvoeding in onze tijd is dat we niet goed weten in welke wereld onze kinderen straks zullen moeten leven. Van het onderwijs wordt gevraagd mensen op te leiden met het oog op de uitoefening van beroepen, waarvan we niet zeker weten of ze straks nog zullen bestaan. In hoeverre kan de wetenschap een enigszins betrouwbaar beeld van de toekomst bieden? Naar aanleiding van het overlijden op 23 april 2017 van Chriet Titulaer, die decennia lang via Teleac (Televisie Academie)  en Tros de ontwikkelingen in ruimtevaart en techniek aan de leek uitlegde, zetten de kranten op een rij welke van zijn voorspellingen uitkwamen en welke niet. Het lijkt erop dat de futuroloog bij leven gedoemd is om bij zijn dood als trendwatcher herdacht te worden.

De Volkskrant roemde Titulaers voorspelling uit 1982 over de toename van het aantal beschikbare televisieprogramma’s door satellietontvangst, die later door het wereldwijde glasvezelnetwerk nog eens explodeerde. Met zijn fietstelefoon uit 1985 – NRC-Handelsblad was vergeten dat het daarbij op een 1-aprilgrap ging – voorspelde in zekere zin een van de grootste technische problemen van vandaag. Het is het gewicht en de omvang van de accu die het schone elektrische vliegen nog even onmogelijk maakt. Met zijn voorspelling uit 1992 over de eerste mens op Mars in 2020 zal hij er niet al te ver naast zitten. Zijn overtuiging dat er buitenaards leven bestaat wordt door de wetenschappers van vandaag op grond van eenvoudige kansberekening onderschreven. Van zijn huis van de toekomst uit 1989 wist hij zelf ook dat het in sommige opzichten wel en in vele opzichten niet op onze huidige standaard behuizing zou lijken. Veel van de ontelbare mogelijkheden die de techniek biedt blijken uiteindelijk gewoon niet zo praktisch als gedacht. Het type robotisering waar Titulaer de nadruk op legde is het minst belangrijk gebleken. Hij had zelf 70 echte robots in huis en liet er wel eens eentje door zijn straat in Houten wandelen. Maar het zijn vooralsnog niet de robots naar menselijk model die een revolutie ontketenen. Het is de robotisering van het arbeidsproces in maakindustrie én dienstverlening – de computergestuurde mechanisering en de digitalisering – die een eerlijke verdeling van de overgebleven menselijke arbeid tot het belangrijkste sociale vraagstuk van de nabije toekomst maakt.

Chriets grootste vergissing betreft de toekomst van het internet. Daar zag hij in 2002 nog niks in. Hij was zelf niet van plan het medium voor informatievoorziening te gaan gebruiken. En het is  juist op dat terrein dat het medium een onvoorstelbare vlucht genomen heeft. Het fysieke boek is eigenlijk hopeloos ouderwets geworden. Waarschijnlijk heeft de wijze waarop internet als communicatiemedium de verhouding tussen mensen heeft veranderd voor de meest ingrijpende, niet voorspelde, verandering gezorgd. De sms-dienst, die bedoeld was voor de telefonische uitwisseling van gegevens met en beperkte omvang tussen technici, zette de deur open voor chatdiensten op internet die elk lid van de samenleving lijken te verplichten overal en altijd bereikbaar te zijn. Twitter promoveerde de losse opmerking in de huiselijke kring of de kwinkslag in de relatieve beslotenheid van het openbaar lokaal tot het commentaar op het nieuws waar we rekening mee moeten houden, of we het nu willen of niet. Het veranderde niet alleen de inhoud, maar ook de toon van het gesprek op andere plaatsen. En daarvan vormden de korte herdenkingen naar aanleiding van het overlijden van Chriet Titulaer in talkshows gisteren voorbeelden, waar niemand om heen kan. Titulaer is tijdens zijn leven vaak gepersifleerd, dus dat kan tijdens de herdenking van dat leven niet onbesproken blijven. Nu vinden de meeste commentatoren het persifleren tijdens de herdenking nog ongepast, maar dat lijkt een kwestie van tijd. Het ´over de doden niets dan goeds´ is ver weg, en bijzondere restricties op wat er over de overledene gezegd wordt zolang hij of zijn ‘nog boven de aarde staat’ waren al eerder opgeheven. Dat de technologische ontwikkeling er de oorzaak van zou zijn dat het aantal plaatsen waar alleen nog maar lacherig wordt gedaan onstuitbaar zou toenemen, was echt niet te voorspellen. Ook niet door Chriet Titulaer.

Op 7 mei a.s. start op NPO2 de VPRO-serie In the Mind of the Universe. (Als kijker ben je vanzelfsprekend niet aan het geprogrammeerde uitzendtijdstip gebonden). 33 belangrijke wetenschappers van onze tijd schetsen de wereld van morgen. Zij nemen ons mee naar de toekomst, over de grenzen van hun vakgebieden heen. De fysicus Robbert Dijkgraaf is ervan overtuigd dat we op de drempel van een nieuwe fase in de ontwikkeling van de mensheid staan. De verhouding tussen mens en techniek verandert volgens hem fundamenteel. De tijd dat de techniek louter hulpmiddel was, wás allang voorbij. We weten maar al te goed dat de rollen vaak zijn omgedraaid en dat we als mens meer dan ooit juist slaaf van de techniek. Maar zeggen dat we in deze tijd niet buiten onze smartphone kunnen is nog iets anders dan de vaststellen dat morgen zonder zo’n technische schil om ons heen het menselijk leven onmogelijke zal zijn. Het is de vraag of Dijkgraaf c.s. betere kaarten hebben om futurologen in plaats van trendwatchers te zijn dan Chriet Titulaer. Het is de vraag wanneer het surplus aan intelligentie van machines een einde zal maken aan de menselijke hegemonie op deze aardbol. Het is de vraag wanneer ons allen het lachen zal vergaan en of we het dan zullen missen.

 

 

Een gedachte over “Waarom Chriet Titulaer de verandering van de humor niet kon voorspellen

  1. Niet alleen humor maar ook sociale ontwikkelingen zijn misschien wel lastiger te voorspellen dan technische vooruitgang. Op de tentoonstelling ‘Het Atoom’ (1957, ik was toen 9) was een stand ingericht die benadrukte dat we aan het potverteren zijn als het gaat om het gebruik van fossiele brandstoffen. Kernenergie en zonne-energie zouden de alternatieven voor de toekomst zijn. Zo! Er was ook een stand ingericht met de ‘Keuken van het jaar 2000’. Met een cilindervormige kast waar de bakker en de melkboer van buitenaf hun waar in konden plaatsen. In de keuken even doordraaien en dan kon je de spullen er zo uitnemen. Een acteurskoppel deed al schmierend voor hoe manlief in 2000 terug van zijn werk zou komen. “Dag man wat heb je weer hard gewerkt vandaag. Wil je een glas bier?” “Natuurlijk schat, maar… jakkie er zit lipstick op het glas”.” Geeft niet lieverd ik laat het even schoon stralen”. De thuisbezorgende bakker en melkboer hebben het jaar 2000 bij lange na niet gehaald. En dat geldt ook voor de traditionele man-vrouwverhoudingen. Hoewel?

Laat een antwoord achter aan Wim Slot Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *