Heeft interlandelijke adoptie nog een toekomst?

Delen:

 

In de adoptie discussies neemt de roep om interlandelijke adoptie af te schaffen toe. Nederland had als eerste een (tijdelijke) adoptiestop in 2021, hervatte in 2022 adoptie en is bezig met allerlei aanpassingen aan het bestaande systeem. België kent nu een adoptiepauze, Denemarken en Noorwegen hebben hun adopties stopgezet. Zweden volgt mogelijk. Is dit het juiste antwoord op de grote problemen die het adoptiesysteem met zich mee heeft gebracht in het verleden? Is een wereldwijde adoptiestop de oplossing om misstanden te voorkomen en rechten van kinderen en geboortegezinnen te borgen? Of gaat adoptie dan ondergronds? Kunnen we een ethisch verantwoord systeem voor adoptie borgen of is dat onbegonnen werk?

Er wonen ruim 40.000 geadopteerden, geboren in meer dan100 verschillende landen in Nederland. Ongeveer de helft van hen is Nederland binnengekomen voordat er degelijke wetgeving was. Zij betreden het media podium met indringende levensverhalen. Hoe adoptie niet bedoeld was. Alle aandacht is daarop gericht in rapportages, boeken, media. Adoptie was vooral privaat initiatief, ouders werden niet uniform voorbereid, er was gebrek aan zorg na adoptie. Goede intenties, maar voor een aantal een totaal verkeerde uitwerking. Ondergesneeuwd raakt dat grootschalig onderzoek laat zien dat het met verreweg de meeste geadopteerden net zo gaat als met niet geadopteerden.[1] Immers, hoewel adopties meestal goed verlopen, als het moeilijk wordt, wordt het dikwijls heel complex. Bovendien: media houden niet van positieve verhalen. [2]

Regulering van adoptie in Nederland komt laat op gang. De eerste wet voor interlandelijke adoptie dateert uit 1989. Binnenlandse adoptie werd in 1956 bij wet geregeld. De aangepaste versie van de wet uit 1989, die rekening houdt met het Haags Adoptieverdrag werd in1998 van kracht. Ook na inwerkingtreding van die wet, komen er nog kinderen naar Nederland uit zogenaamde ‘niet Verdragslanden’ – landen die op dat moment (nog) niet zijn aangesloten bij het Haags Adoptieverdrag. In die landen is minder gereguleerd en daarmee is er een grotere kans op misstanden, op fouten/‘aanpassingen’ in dossierinformatie en nog veel meer. Met de kennis van nu kunnen we niet anders dan hiervan leren en concluderen dat het systeem in deze vorm niet werkt.

Lossen we problemen van interlandelijk geadopteerden op door adoptie te stoppen? Daar ben ik nog steeds niet van overtuigd. Bovendien, lang niet alle interlandelijk geadopteerden beoordelen hun adoptie als negatief. Het is een te rigoureuze maatregel. Het kind wordt met het badwater weggegooid. Hoe komt het dat de universele afspraak dat je als maatschappij voor je kinderen zorgt, pedagogische permanentie bewerkstelligd, in deze discussies en in oplossingen van tafel wordt geveegd?

Er is een grote verandering van het systeem nodig en eerlijk gezegd is die verandering ‘long overdue’. Politiek is het lastig en het adoptieveld is verdeeld. Deze verdeeldheid is steeds sterker geworden en de maatschappelijke tendens tot polarisatie werkt niet mee. Men stapt volgens mij in wat Mounck (2023) de identiteitsval noemt, een fenomeen dat we alom zien en dat ook het thema adoptie raakt. Mounck signaleert dat met name identiteit en ergens bij willen horen aantrekkingskracht heeft. Door je te identificeren met een groep, vooral vanuit iets dat de groep is overkomen of aangedaan, wordt verbinding ervaren en krijg je een bepaald thema goed voor het voetlicht. Identificatie met jouw specifieke groep wordt versterkt wanneer er onrecht is aangedaan maar kan door de focus op het onrecht, afleiden van grotere universelere thema’s zoals bij adoptie een groot thema is het zorgen voor kinderen waar geen zorg voor is. Wereldwijd.

Dit speelt mijns inziens in het adoptieveld. Het leidt tot polarisatie, het niet meer open staan voor bijvoorbeeld informatie uit psychologische studies, want alles moet beschouwd worden vanuit antropologie, sociologie en herstelrecht. Daarmee komen we volgens mij niet vooruit. Alle invalshoeken tellen mee, mits we het voorstel van Mounck volgen en kijken wat onze universele verbindende thema’s zijn. Dan kan er sprake zijn van transformative justice en kan er lerend van het verleden een nieuw evenwicht komen. Waarbij misstanden uiteraard niet onder de tafel geveegd worden, maar niet allesbepalend zijn. De identiteitsval leidt tot een wij-zij houding die ons niet vooruit brengt en kinderen in de kou laat staan.

Adoptie is de ultieme vorm van pedagogische permanentie en voor kinderen is pedagogische permanentie een wezenlijke ontwikkelingsvoorwaarde. Laten we in verbinding de stap voorwaarts maken, waarbij respectvolle samenwerking tussen alle partijen en persoonlijk betrokkenen vanuit een opvatting van complementaire deskundigheid – ervaring, wetenschap, klinische praktijk, beleid – uitgangspunt is. Maatwerk is geboden. Terug naar de tekentafel – echt alles opnieuw onder de loep leggen. Zodat adoptie de kinderen blijft bereiken die het nodig hebben en niet (meer) ontspoort.

 

 

[1] Van Ijzendoorn, M.H and Bakermans-Kranenburg, M.J. . (2024) Matters of Significance:Replication, translation, and academic freedom in developmental science. UCL Press: London, UK.

 2 Brodzinsky, D., & Palacios, J. (2023). The adopted child. Cambridge: Cambridge University Press.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *