Naar een definitieve regeling van de rechtsbijstand bij kinderbeschermingsmaatregelen

Delen:

Zoals de namen van Henk Kamp en Mark Rutte als verantwoordelijke bewindslieden onherroepelijk verbonden blijven met de toeslagenaffaire, zo zullen de namen van Renske Leijten en Pieter Omtzigt verbonden blijven met de onthulling van dit nationale schandaal. En op de achtergrond, althans minder politiek en vooral juridisch inhoudelijk, geldt dat laatste zeker ook voor Eva Gonzáles Pérez, de advocate die zich voor talloze gedupeerden jarenlang vastbeet in deze kwestie, zoals uitvoerig beschreven in Leuker kunnen we het niet maken, het boek dat Renske Leijten onlangs publiceerde over dit verwoestende beleid van de Belastingdienst.

Dit beleid schond één van de cruciale uitgangspunten van de rechtsstaat. Dat betreft het principe van equality of arms, ofwel het streven om burgers een zoveel mogelijk gelijkwaardige positie te geven in gerechtelijke procedures betreffende overheidsoptreden. De toeslagenaffaire maakte voor een breed publiek duidelijk dat het principe van equality of arms behalve op het punt van de onterechte terugvordering van kinderopvangtoeslag ook op ander gebied verregaand tekortschoot en dat gold met name de rechtsbescherming van ouders bij ingrijpende kinderbeschermingsmaatregelen als gezagsbeëindiging en uithuisplaatsing.

Daarom startte per 1 januari vorig jaar een pilot kosteloze rechtsbijstand door een gespecialiseerde advocaat bij procedures rond gezagsbeëindiging en is die pilot in oktober 2023 uitgebreid voor die gevallen waarin ouders te maken krijgen met een verzoek aan de rechter om een kind bij zijn ouders weg te halen en (tijdelijk) elders onder te brengen. Deze extreem kortlopende pilot, die per 1 januari 2025 al weer afloopt, is van meet af aan wetenschappelijk begeleid. En hoewel de evaluatie ervan al vorige maand is verschenen, is daar in tegenstelling tot de aankondiging van de regeling eind 2022, behalve in de juridische vakliteratuur in de media tot op heden amper aandacht aan besteed.

De conclusie van deze studie laat echter geen enkele twijfel: kosteloze rechtsbijstand verbetert de rechtsbescherming van ouders. Alle betrokkenen, zowel de ouders als de professionals, zijn het erover eens dat ouders met de hulp van een goed ingevoerde advocaat effectiever kunnen deelnemen aan de gerechtelijke procedure en dat geldt zowel voorafgaand aan de zitting bij de kinderrechter als tijdens en na de zitting. Zo kan professionele rechtsbijstand niet alleen zorgen voor betere en tijdiger informatie aan de ouders en duidelijker vertolking van hun standpunten op de zitting, maar ook voor meer draagvlak voor de rechterlijke beslissing omdat ouders zich echt gehoord voelen tijdens de procedure. Deze studie leidt dan ook tot een pleidooi voor omzetting van de pilot in een definitieve regeling met op onderdelen enkele verbeteringen, zoals wat betreft de gelijkwaardige behandeling van beide ouders met gezag, wat betreft de informatievoorziening aan de ouders en de uitbreiding van de regeling naar verzoeken tot verlenging van een uithuisplaatsing.

Het wachten is nu op een initiatief van Teun Struycken, de kersverse staatssecretaris voor rechtsbescherming, om deze tijdelijke regeling met spoed om te zetten in een definitieve. Struycken is partijloos, maar heeft namens NSC zitting genomen in het kabinet-Schoof. Als er één onderwerp is waarop NSC en haar bewindspersoon voor rechtsbescherming zich nu zeer snel en duidelijk moeten profileren om recht te doen aan datgene waar haar partijleider zich jarenlang voor heeft ingezet, dan is het wel de verdere versterking van de rechtsbescherming van ouders in procedures van de kant van de overheid. Er is geen tijd te verliezen. Het valt eenvoudigweg niet uit te leggen als ouders vanaf volgend jaar weer zonder kosteloze rechtsbijstand met ingrijpende kinderbeschermingsmaatregelen te maken zouden krijgen.

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *