Eerder deze maand berichtte het CBS dat 400.000 kinderen in ons land in armoede leven, dat is gemiddeld 1 op de 8 kinderen. In de grote steden ligt dat aantal nog hoger; daar varieert het van 1 op de 5 tot 1 op de 4 kinderen. Dat betekent niet dat deze kinderen niks te eten krijgen, maar vaak wel dat ze niet echt gezond en regelmatig eten. Het meest kenmerkend is echter, zoals het CBS opmerkt, dat ze niet of nauwelijks kunnen participeren in veel maatschappelijke activiteiten. Vanuit dit perspectief is de term ‘participatiemaatschappij’ volstrekt ironisch, een vlaggetje op een modderschuit, twee duimen omhoog vanuit een vluchtelingentent.
Armoede is geen natuurverschijnsel. En het is ook niet alleen maar het gevolg van de ontwikkeling van de economie. De politiek speelt hierbij uiteraard een minstens zo belangrijke rol. Een van de vele terreinen waarop de politiek invloed kan hebben op de mate waarin kinderen risico lopen op armoede betreft het familierecht. Zo ligt er momenteel een Wetsvoorstel herziening partneralimentatie, ingediend door VVD, PvdA en D66, dat voor een belangrijke verslechtering voor kinderen van gescheiden ouders kan zorgen. Daarin wordt zonder verdere argumentatie voorgesteld om de alimentatieduur aanzienlijk te verkorten. Het nieuwe uitgangspunt is, dat de alimentatie wordt gebaseerd op de helft van de huwelijksduur met een maximumtermijn van vijf jaar, in plaats van de huidige maximumduur van 12 jaar.
De gedachte hierachter is echter in meerdere opzichten weinig realistisch. Allereerst omdat er wordt uitgegaan van partijen die allebei de mogelijke (juridische) gevolgen van hun handelen overzien, dat wil zeggen met name die gevolgen die haaks staan op hun verbondenheid. De praktijk is dat de meeste mensen op het moment van trouwen geen afspraken maken met het idee dat het huwelijk wel eens kan mislukken. De ‘in redelijkheid en billijkheid ingebedde partijautonomie’, waarvan de indieners spreken, is grotendeels fictie.
Maar ook het uitgangspunt van de huwelijksduur zelf is weinig realistisch. De overgrote meerderheid van de stellen in Nederland woont immers eerst enige jaren en soms jarenlang ongehuwd samen. Nog belangrijker is dat bijna de helft van alle kinderen inmiddels wordt geboren bij stellen die ongehuwd samenwonen. Dat impliceert dat in die fase, (ruim) voor het huwelijk, al wezenlijke beslissingen worden genomen wat betreft de verdeling van werk buitenshuis en arbeid en zorg binnenshuis, niet vanuit het perspectief van scheiding maar juist vanuit het perspectief van gezamenlijkheid.
En zoals bekend zijn die taken in Nederland ongelijk verdeeld. Het anderhalfverdienersmodel komt hier bij stellen met minderjarige kinderen verreweg het meeste voor: voltijdbaan voor de man; deeltijdbaan voor de vrouw. Daarbij komt ook nog eens een aanmerkelijk inkomensverschil: mannen hebben tijdens het huwelijk gemiddeld tweeënhalf keer meer inkomen dan vrouwen en na scheiding gemiddeld nog altijd anderhalf maal zoveel. De radicale bijstelling van de partneralimentatie is dan ook behalve vreemd ook bepaald niet sociaal. Er zijn niet alleen ongeveer viermaal zoveel moedergezinnen als vadergezinnen na scheiding. De moedergezinnen hebben over het algemeen ook aanmerkelijk minder financiële ruimte. Een kwart van de moedergezinnen met kinderen is arm.
Dit is een typisch voorbeeld van wat Wendy Schrama vorig jaar in haar Groningse oratie heeft aangeduid als ‘gelijk denken van wat verschillend is’. Zonder onderbouwing vooronderstelt dit wetsvoorstel dat mannen en vrouwen zodanig gelijker zijn geworden, dat alimentatie veel minder en minder lang nodig is. Terecht stelt zij dan ook in een recent artikel (FJR 2016/22) dat met dit plan de risico’s van gezamenlijke, maatschappelijk ingekleurde keuzes te eenzijdig bij een van de twee groepen worden gelegd. Dat is niet alleen onrechtvaardig, maar ook onwenselijk mede met het oog op armoede en de positie van kinderen naar scheiding.
Helaas worden hier zaken aan elkaar verbonden die niet in direct verband staan met elkaar. Dat er een grote groep kinderen onder de armoedegrens leeft heeft vele oorzaken. Variërend van de bovenmatige huurprijzen of het gebrekkig financieel inzicht van veel mensen tot aan de werkloosheid. En zo nog veel meer. Om nu het mogelijk herzien van de jaren 70 scheidingswetgeving ook als mogelijke veroorzaker van mogelijke toename van het aantal kinderen in armoede te benoemen, vind ik een wel erg armoedige poging om het wetsvoorstel te blokkeren. Schrijver gaat geheel voorbij aan het feit dat er kinderalimentatie bestaat en die termijn niet ter discussie staat. Daarnaast gaat er van de huidige wetgeving op geen enkele manier een stimulans uit naar een ontvanger van partneralimentatie om zelf voor inkomsten te zorgen. Immers betekent zelf verdienen dat de alimentatie zal afnemen, de keuze is dan 12 jaar afwachten, waarna de kans op deelname aan het arbeidsproces helemaal verkeken is. Het verkorten van de alimentatiebetalingen is een goede stap, nog beter zou zijn om de alimentatie in plaats van te indexeren, jaarlijks met 10/15% te laten afnemen. Dat zou stimulerend werken. Opmerkelijk ook dat het vanuit de overheid wel gebruikelijk is bij een bijstand- of ww-uitkering om werken te stimuleren, maar bij alimentatie blijft die stimulans volledig uit. De alimentatiewetgeving kan wat mij betreft niet snel genoeg aangepast worden. Dat staat geheel los van de noodzaak van armoedebestrijding.
beste Peter,
Dan ga je er gemakshalve wel van uit dat tegenover de alimentatie-afname in ieder geval de kans staat om meer te werken en/of meer te verdienen voor de ontvangende partner om het verlies te compenseren. Ik zal niet zeggen dat het niet kan maar er zijn wel obstakels en ongelijkheden. Eenmaal een parttime baan hebbende, kan je die niet maar naar wens uitbreiden. Scheidende ouders zijn vaak 40+ of 50+ en dus alweer een oudere werkzoekende op de markt: zie de werkloosheidscijfers waarbij de economische situatie ook een rol speelt. Zoals gezegd ligt na scheiding de zorg vaak (nog) meer bij moeder, met uitbreiding werk is dat weer dubbele taak…ten koste van de kids die door de ellende meer aandacht nodig hebben maar minder krijgen omdat beide ouders aan het werk zijn. Dat levert maatschappelijke kosten op aan kinderen met onverwerkt leed of problemen ten gevolge van de scheiding. De ongelijke beloning m/v blijft ook waardoor moeders tenminste 7% meer moet werken dan vader voor hetzelfde inkomen. Een scheiding is voor allen al moeilijk genoeg. Ook bij deze kwestie dient het welzijn van de kinderen meer centraal te staan. Dat gaat niet alleen over geld maar ook over liefdevolle aandacht en opvang voor hen. Dat kan door aan te sluiten bij het patroon dat de ouders voor de scheiding kozen. Dat biedt stabiliteit. Ook als de een meer verdiende en de ander meer opving.
Is er ook wel eens gekeken naar de partner die de alimentatie moet betalen? Ik ken voorbeelden van (in dit geval) mannen die van hun toch wel mooie salaris tot aan de bijstandsnorm mogen bijdragen aan kinder- en partnerallimentatie. In aanmerking komen voor allerlei toeslagen en voorzieningn komen ze niet, want daarvoor wordt naar het bruto-salaris gekeken. Is dat dan fair?12 jaar?
Een ingewikkelde kwestie met verschillende invalshoeken en ook nog een weerbarstige praktijk (het lukt lang niet altijd om de belangen van de kinderen voorop te stellen, hoe bijzonder (triest) dat ook is).
Wat regel je dan bij wet? Een zo objectief en eerlijk mogelijke verdeling? Vanuit de keuze om ieder je eigen weg te gaan lijkt het verstandig én eerlijk om dan ook de periode van financiële verbondenheid kort te houden. Het sluiten van een huwelijk kent nu eenmaal ook een zakelijke kant die zou moeten aanzetten om aan je toekomst te denken, mocht het geen stand houden.
Heeft er iemand wel eens stilgestaan waarom er veel moeder dan vader gezinnen zijn en waarom deze moeders veelal niet werken?
Omdat moeders meestal kinderen toeeigenen (omdat vader door zijn werk niet geschikt voor de zorg zou zijn) vervolgens moeder alle subsidies ontvangt vader zich blauw moet betalen aan alimentatie omdat moeder zogenaamd zielig is met maar 900bijstand.
In werkelijkheid komt daar bij twee kinderen 130,- kb bij 430,- kgb 78,- zt 300,- ht etc etc plus kwijtscheldingen vam diverse kosten al met al gauw goed voor een miezerig inkomen van 2300,- gaat ze die 900 zelf verdienen met drie avondjes kassa bij bijvoorbeeld een tankstation kan ze reken op 3tot400,- aan alimentatie van vader boven 2300,- terwijl vader met een krap inkomen van 1800,- zonder enige subsidie dus nog 1400,- overhoud.
Dit is nog minder dan wanneer hij in de bijstand zou gaan.
En helaas spreek ik uit ervaring en zuig dit dus niet uit men duim. Ow wat zijn die luie vrouwen zielig die perse hun ex uit wraak kapot willen maken en het ze niets uitmaakt dat haar kinderen hier ook nog onder leiden.
Ja ik ben verbitterd maar vooral verbijsterd.
Ik zit namelijk in die situatie alleen maar omdat ik voor mijn zoontje wilde zorgen op gelijke voet met moeder.
( overigens voor de vrouwen die het wel begrijpen en het wel goed aanpakken geld dit niet jammer dat ze in de minderheid zijn)