Met de invoering van het adolescentenstrafrecht in april 2014 zijn de mogelijkheden verruimd om verdachten tussen de 18 tot 23 jaar volgens het jeugdstrafrecht te berechten. Dit biedt belangrijke voordelen vergeleken bij het commune strafrecht, zoals aanmerkelijk lichtere maximumsancties, het pedagogisch karakter daarvan en het accent op maatwerk en meer mogelijkheden om civielrechtelijk te reageren (met vrijwillige jeugdhulpverlening) dan in het kader van het gewone strafrecht.
Maar wordt hier nu ook gebruik van gemaakt, wordt het adolescentenstrafrecht überhaupt gebruikt? Hierover is net een eerste onderzoeksrapport van het WODC verschenen. Wat allereerst opvalt is dat, terwijl het totale aantal strafzaken tegen verdachten uit deze leeftijdsgroep daalt, de toepassing van het jeugdstrafrecht bij deze leeftijdsgroep juist toeneemt. Vergeleken bij de periode voor de invoering is er sprake van een verviervoudiging. Toch gaat het nog maar om 4% van het totale aantal strafzaken tegen jongvolwassenen. Dit lage aanvangspercentage is overigens geheel in lijn met de insteek van de toenmalige staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, Fred Teeven. Hij stelde in de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel uitdrukkelijk dat de biologische leeftijd richtinggevend bleef en dat dus bij jongvolwassen verdachten wordt uitgegaan van het commune strafrecht.
Het is de moeite waard om die oriëntatie te vergelijken met de ontwikkeling bij onze oosterburen. Duitsland kent namelijk al veel langer een speciaal strafrecht voor Heranwachsenden. Echter, dit aparte strafrecht is daar inmiddels wel algemeen bekend en aanvaard: ruim 2/3 van alle 18- tot 21-jarigen wordt in Duitsland tegenwoordig volgens het jeugdstrafrecht berecht. Bij onze oosterburen is het uitgangspunt bij deze leeftijdsgroep: in principe jeugdstrafrecht, tenzij … In Nederland hebben we dus twee jaar extra, maar is het uitgangspunt precies omgekeerd: in principe commune strafrecht, tenzij …
Dat betekent dat de realisering van de nieuwe mogelijkheden bijzondere kennis en uiterste oplettendheid bij de betrokken professionals in de strafrechtketen vereist. In Duitsland moeten officieren, reclassering en rechters bij Heranwachsende primair alert zijn op contra-indicaties – wie komen niet in aanmerking voor het jeugdstrafrecht? In Nederland moet iedereen daarentegen in de eerste plaats gespitst zijn op pro-indicaties, zodat degenen die mogelijk in aanmerking komen voor berechting via het jeugdstrafrecht niet over het hoofd worden gezien.
Dan gaat het allereerst om kennis van jeugd als specialisme binnen het Openbaar Ministerie, de advocatuur, de rechterlijke macht, de forensische GGZ en de Reclassering. Zo dienen de betreffende officieren, rechters en rechtercommissarissen en alle andere professionals in elk geval op de hoogte te zijn van de modaliteiten van het jeugdstrafrecht en enige kennis te hebben van mogelijke toepassingen van het civiele recht bij jeugdigen. Op dit moment blijft dergelijke kennis in doorsnee beperkt tot de (oud)kinderrechter en een enkele gespecialiseerde jeugdofficier. Daarnaast dienen betrokkenen enige kennis te hebben van de relevante screeningsinstrumenten – LIJ en RISc – waarmee eventuele stoornissen en LVB-problematiek vroegtijdig kunnen worden opgespoord.
Maar echt cruciaal is dat iedereen vertrouwd raakt met het Wegingskader waarop beslissingen omtrent toepassing van adolescentenstrafrecht gebaseerd dienen te worden. Alleen als alle professionals goed geïnstrueerd en alert zijn op de nieuwe mogelijkheden zullen we in Nederland stap voor stap in de richting kunnen gaan van de praktijk zoals die in Duitsland al jaren bestaat. Dan kan ook bij ons recht worden gedaan aan de onvolwassenheid van vele jongvolwassen verdachten.
Ik denk dat het echt nodig is om deze details te weten. Persoonlijk vind ik dat aanmerkelijk lichtere maximumsancties het belangrijkste punt van deze veranderingen is. Ook denk ik dat de advocaten die in dit gebied werken op de hoogte van deze ontwikkelingen moeten blijven om professionele opinie te kunnen geven.
Interessant om te lezen over het adolescenten strafrecht. Goed dat deze mogelijkheid er sowieso is, maar er moet inderdaad wel gebruik van gemaakt worden. Plus met moet inderdaad op de hoogte zijn, zoals advocaten, rechters en het OM. Ik hoop dat er in de toekomst meer aandacht voor komt.