De laatste tijd haalt ‘de slimste mens’ van Nederland, Klaas Dijkhoff, regelmatig het nieuws met vrij domme, of zelfs erg domme voorstellen. Pleitte de oud-staatssecretaris van Veligheid en Justitie er twee maanden geleden bijvoorbeeld voor om criminaliteit in probleemwijken voortaan dubbel zwaar te bestraffen – door Denk adequaat geduid als ‘PVV-corvee’ – , onlangs opperde hij een demonstratieverbod tijdens de drie weken dat Sinterklaas in het land is. Als het zonodig moet, ‘zet ze dan maar op een industrieterrein’. Gelukkig was premier Rutte, alhoewel niet loepzuiver, toch wel iets scherper op dit principiële punt door het recht op demonstratie ‘absoluut’ en ‘onderdeel van de democratie’ te noemen en door uit te halen naar ‘aso’s’, ‘volstrekte malloten’ en hooligans die ‘totaal doorgesnoven en onder de alcohol de openbare orde schenden’. Maar zoals van meerdere kanten opgemerkt, nam de premier de afgelopen dagen niet onomwonden stelling tegen de racistische incidenten, door de herhaalde uitspraak dat zich aan beide kanten ‘extremen’ bevinden. Terecht werd er door sommigen op gewezen dat dit helaas een beetje pijnlijk in de buurt komt van de opstelling van president Trump na de racistische rellen in Charlottesville.
Terecht merkte Paul Scheffer enkele dagen voor de intocht van Sinterklaas nog in de mood van de ‘beide kanten-benadering’ op dat er ‘wel enige gekte in de lucht hing’. Hij wees erop dat je bij de tegenstanders van Zwarte Piet voelt, ‘dat het sommigen niet meer te doen is om een vergelijk maar om vergelding’, wanneer ze in een kort geding een elegante oplossing als de roetveegpiet verwerpen en een algeheel schminkverbod eisen. Maar hij wees ook op de dreiging met blokkades en de voortekenen dat er ‘iets erg mis aan het gaan’ was.
De premier ziet er kennelijk aan voorbij dat er dit weekend inderdaad iets erg is misgegaan. De maatschappelijke betekenis en impact van wat er dit weekend rond de intocht van Sinterklaas heeft plaatsgevonden beperkt zich niet tot een groot aantal aanhoudingen, mishandelingen en bedreigingen, al zijn die zonder meer ernstig genoeg om er in elk geval krachtig strafrechtelijk tegen op te treden. Daarmee is al een belangrijke grens overschreden. Maar het betreft ook en misschien wel vooral de infiltraties in de optochten door radicaal rechtse relschoppers die zich hadden vermomd als Zwarte Piet. Scheffer signaleerde nog hoopvol dat de botsingen rond het sinterklaasfeest op veel plaatsen tot een nieuwe Piet hebben geleid: ‘De carrière van voetveeg tot roetveeg verloopt voorspoedig. Het is een goed verhaal met die schoorsteen, ook al hebben we allemaal centrale verwarming. Vanaf de dag dat de onschuld van het feest in twijfel werd getrokken was aanpassing onontkoombaar.’
Dat verhaal blijft staan. Maar na dit weekend is duidelijk geworden dat ook van de kant van de regering nu een stevige en duidelijke stap extra moet worden gezet. Dit was de eerste Sinterklaasintocht ooit die werd ontsierd door onversneden racistische beledigingen. Zoals de NRC in het hoofdredactioneel commentaar van 20 november schrijft, is door het geweld en door het openlijke racisme ‘de druk om Piet zo snel mogelijk af te schminken opgevoerd. De Zwarte Piet is nu definitief bedorven.’ De gebeurtenissen van dit weekend hebben van de Pieten-kwestie een uiting van raciale spanningen in onze multiculturele samenleving gemaakt.
‘Jongens, volkstradities. Come on. Welke sinterklaasliedjes jullie zingen (…) Daar gaat de politiek niet over,’ zei Mark Rutte. Daar heeft hij gelijk in. Maar van onze premier mogen we wel degelijk een stevige veroordeling van het vertoonde racisme verwachten. Want dat er een groot risico schuilt in wegduiken en zich beperken tot goedmoedig leuteren over ‘de magie van het sinterklaasfeest’ is inmiddels wel duidelijk. Dus, come on Rutte! Neem je verantwoordelijkheid als premier, als je de kinderen ook in de toekomst de magie van dit feest gunt.