Af en toe stuiten we in de kinderbescherming op radicalisering – van kinderbeschermers. Zo wordt soms verkondigd dat niet het kind centraal moet staan in de kinderbescherming maar de ouders en dat we er van uit moeten gaan dat alle ouders het beste met hun kind voor hebben. Maar de kans is groot dat we eerder worden geconfronteerd met een radicaliseringstrend in omgekeerde richting, waarbij ouders verantwoordelijk worden gehouden voor alle mogelijke beperkingen en verdriet in het leven van hun kind. Een dergelijke trend wil nog wel eens de kop opsteken als weer nieuwe initiatieven worden bedacht om kindermishandeling en verwaarlozing ‘voor te zijn’. Dat gaat onder de noemer ‘vroegsignalering’.
Zo bracht de GGD Haaglanden onlangs een kwartetspel uit dat sinds deze maand op vijf basisscholen in Den Haag wordt gespeeld. Dit kwartet beoogt kinderen te leren wat kindermishandeling is. In de NRC wordt verslag gedaan van een bezoek aan een van de scholen waar dit spelletje wordt gespeeld. Er worden verschillende soorten speelkaarten gebruikt met titels als ‘lijf’, ‘pijn’, ‘beslissing’ en ‘tekort’. Zoals je van kinderen mag verwachten gaan ze opgewekt met dit nieuwe spel aan de slag: “Heb jij van ‘tekort’: ‘nooit genoeg eten?’” “Heb jij van ‘pijn’: ‘Schelden: je bent dom, stout en heel vervelend’?” “Heb jij van ‘tekort’: ‘Ouders zeggen nooit nee’?” Het oogt niet allemaal even begrijpelijk, maar de kinderen zijn lekker bezig om zo gauw mogelijk hun kwartetjes vol te krijgen. Een week later laat de leraar de klas hier nog eens mee spelen. Na afloop vraagt hij: “Jullie spelen leuk, maar hebben jullie nu ook op de inhoud van de kaartjes gelet?“ Een van de kinderen zegt: “Er stond dat zijn kleren te klein waren.“ De docent vraagt wat dat te maken heeft met kindermishandeling. “Nou, dat hij geen nieuwe kleren heeft en dat hij het dan koud krijgt. Dat is een soort van kindermishandeling.” Een van de meisjes vult aan: “Als je geen nieuwe kleding hebt, word je misschien gepest en dat is ook erg.” Dat vindt de leraar een mooi antwoord.
Tot de coronapandemie uitbrak gingen leraren van deze school in de Haagse Schilderswijk op huisbezoek, vertelt de directeur: “Dat is belangrijk om signalen op te pikken: heeft het kind een eigen kamer, is er een boekenkast?” Volgens de directeur zijn er tot op heden op zijn school geen signalen van mishandeling binnengekomen. Toch vindt hij het kwartet een goede aanvulling. Hij meent dat het past bij de school die wereldburgerschap wil leren aan kinderen.
Maar stel je even voor: je bent een kind van lieve en zorgzame ouders met heel weinig geld. Je ouders gaan geregeld naar de Voedselbank. Je deelt een klein slaapkamertje met je jongere broertje. Je bent net als je ouders gek op lezen, maar thuis zijn er alleen boeken uit de bibliotheek. Nieuwe kleren kopen is nauwelijks mogelijk. Je schaamt je vaak omdat je nooit het nieuwste type schoenen, broek en jack aan hebt. Je gaat in de decembermaand vaak met tegenzin naar school, omdat je weet dat de meeste kinderen straks na Sinterklaas en de kerstdagen trots laten zien wat ze allemaal voor mooie nieuwe dingen hebben gekregen. Dat nieuwe kwartetspel vormt voor jou en je ouders een kwelkwartet.
Fijne feestdagen.