Zoals in mijn vorige blog over dit onderwerp aangegeven is het belangrijkste positieve punt van de onlangs aangenomen Wet seksuele misdrijven dat de instemming van beide betrokkenen bij seks de doorslag geeft bij de vraag betreffende de mogelijke strafbaarheid. Daarbij constateerde ik echter dat diezelfde wet de strafbaarheid van seks onder jongeren in feite aanzienlijk heeft verhoogd en dat de mogelijkheid dat jongeren uitdrukkelijk met onderlinge instemming seksueel contact hebben daarbij irrelevant is zodra een van hen een paar jaar ouder is.
Wat in de zaken waarbij dit speelt steeds opvalt is de rol van de ouders. Zo zegt een meisje van 12 dat had gevreeën met een jongen van 18, dat ze helemaal niet wilde dat de jongen vervolgd zou worden. Ze had geen spijt van de vrijpartij en ze verklaarde bij de politie dat ze wel vaker seks zou willen hebben. In dezelfde lijn appte ze naar de jongen: ‘Je hebt ook niks verkeerds gedaan, maar mijn ouders denken daar anders over.’ De jongen dacht dat zij 16 jaar was en zo had ze zich ook aan hem voorgedaan. Het meisje bleek zich veel ouder te voelen en daar gedroeg ze zich naar, zoals duidelijk werd uit verklaringen van haar familie. Hoewel de vader van de twaalfjarige niets wist van de betreffende jongen, verklaarde hij aangifte te hebben gedaan ‘om te voorkomen dat de jongeman meer slachtoffers zou maken’. Daarmee ontkende hij in feite de actieve, initiërende en expliciete rol en de uitgebreide voorbereidingen van zijn dochter en positioneerde hij haar omgekeerd uitdrukkelijk in de rol van slachtoffer.
Vooral opvallend is de vasthoudendheid waarmee sommige ouders vervolgens over de wensen van hun dochter heen walsen. Zo zegt een meisje van 14, dat open vertelt over haar seksueel wervend gedrag ten aanzien van een net twee jaar oudere jongen, dat zij het niet eens was met de reactie van haar ouders toen die achter haar seksuele escapades kwamen. De kwestie speelt inmiddels een jaar later bij het hof. Daar zegt ze dat ze eerder bij de politie niet de waarheid heeft gesproken: ‘Ik moest meewerken van mijn ouders en deed alsof. Mijn ouders hebben aangifte gedaan en toen wilde de politie mij ook horen. Ik heb bij de politie toen het spel meegespeeld. Met spel bedoel ik dat ik mijzelf meer in de slachtofferrol plaatste en ik gedwongen was. Ik was wel minderjarig, maar ik was geen slachtoffer. Op uw vraag of ik in die zin ook niet kwetsbaar was op dat moment antwoord ik u dat ik ook niet kwetsbaar was.’
Een laatste voorbeeld betreft eveneens een vader die aangifte deed, nadat hij had ontdekt dat zijn 14-jarige dochter een relatie had inclusief seksueel contact met iemand die ruim tweemaal zo oud was. Dit leidde tot een fors conflict tussen vader en dochter, aangezien zijn dochter het hier volstrekt niet mee eens was. Zij beschouwde zichzelf als gelijkwaardig aan haar volwassen vriend. Ze zei dat zij zelf het initiatief tot deze verhouding en het seksuele contact had genomen, dat ze serieus met hem verder wilde en absoluut geen stap naar de politie wenste. Zij gaf dit ook duidelijk meteen aan bij de politie. Daarop seponeerde de officier de zaak aanvankelijk, waarna de vader een klacht indiende als benadeelde partij en vervolging en schadevergoeding verlangde en een artikel 12 Sv procedure werd gestart. Als het 4 jaar later alsnog tot een strafzitting komt, staan vader en dochter nog steeds lijnrecht tegenover elkaar. Als gevolg van de aangifte is haar vriend ontslagen. Inmiddels is de dochter meerderjarig, het stel verloofd en wonen ze samen.
Deze casuïstiek laat goed zien voor welk bizar en onmogelijk dilemma politie, OM en rechter kunnen worden gesteld onder de nieuwe Wet. Dwars tegen de mening van de betrokkenen, lijnrecht tegen de uitdrukkelijke instemming van de jongste zouden de oudere partners nu moeten worden vervolgd voor verkrachting, omdat de ouders het niet eens zijn met het seksueel actieve gedrag van hun kind. Op dit punt dient de nieuwe wet dringend te worden bijgesteld. Net als bij 16-plussers dient het strafrecht bij vrijwillige seks van minderjarigen in principe afwezig te blijven. Wat de relatie tussen ouders en kinderen op dit gebied betreft ligt in het geval van heftige onenigheid inschakeling van een bijzondere curator voor de hand.