Wat zich achter gesloten deuren van studentenhuizen afspeelt, lijkt verdacht veel op huiselijk geweld
Het is bijna veertig jaar geleden dat ik studeerde – en tot mijn schrik zijn sommige dingen nog altijd niet veranderd. Ik herinner me een van mijn eerste avonden als student, in de keuken van mijn studentenflat. Een medestudent, coassistent, zichtbaar aangeslagen, vertelde hoe een eerstejaars kort daarvoor was overleden na een ontgroening waarin hij tot extreme alcoholinname werd gedwongen. Dat ouders dit verteld moest worden. Een jongen die nog nooit gedronken had. De verbijstering en boosheid van toen voel ik opnieuw na het lezen van het onderzoeksartikel in de NRC over het Utrechtsch Studenten Corps. Houdt dit dan nooit op?
De vernederingen – meelbommen, seksuele opdrachten, psychologische druk – hebben zich inmiddels verplaatst van de formele ontgroeningen naar de beslotenheid van studentenhuizen. Wat hier gebeurt, is geen studentikoze traditie. Het is structureel machtsmisbruik en psychisch geweld.
Utrecht staat hierin niet alleen: over andere studentensteden zoals Rotterdam, Delft, Groningen, Leiden en Amsterdam worden soortgelijke situaties gerapporteerd. Binnen sommige studentencorpora en in huizen van het corps wordt grensoverschrijdend gedrag genormaliseerd, zelfs verheerlijkt. Het corps is ‘de familie’, loyaliteit heilig. Wie zich conformeert, wordt beloond. Wie zich verzet, uitgesloten of gebroken.
Wat deze cultuur extra schrijnend maakt, is de vicieuze cirkel waarin studenten terechtkomen: wie eerst slachtoffer is, wordt later zelf dader. De eerstejaars die ondergaat, vernederd wordt en stilhoudt om erbij te horen, krijgt op termijn de opdracht om nieuwelingen aan te doen wat hem of haar is aangedaan. Wat hij of zij eerst moest ondergaan, moet terug worden uitgedeeld en daarmee schuif je een plekje op in de rangorde. In plaats van verwerking of erkenning, volgt herhaling met meer macht als beloning– een dynamiek waarmee het systeem zichzelf in stand houdt.
Alles speelt zich af binnen de beslotenheid van verenigingen en studentenhuizen. Universiteiten, ouders en andere betrokkenen hebben vaak geen of onvolledig zicht op wat daar gebeurt. Slachtoffers raken geïsoleerd, durven niet te spreken vanwege afhankelijkheid van hun omgeving. De overeenkomsten met huiselijk geweld zijn onmiskenbaar: herhaald misbruik, een gesloten gemeenschap en het ontbreken van een veilige uitweg. Het kan niet anders dan dat dit mentale schade oplevert – nog los van de fysieke schade. Daar zou nodig onderzoek naar gedaan moeten worden, maar dit terzijde.
In Nederland kennen we Veilig Thuis, in het leven geroepen om mensen te beschermen tegen huiselijk geweld en kindermishandeling. Het is tijd dat we erkennen dat de misstanden binnen bepaalde (huizen van) studentenverenigingen hieronder vallen. De studentenkamer is immers het thuis tijdens de studie. Veilig Thuis zou, samen met universiteiten en gemeenten, een actieve rol moeten krijgen in het signaleren en aanpakken van dit soort situaties.
Ook onderwijsinstellingen moeten hun verantwoordelijkheid beter nemen. Striktere voorwaarden stellen aan subsidies en huisvesting. Onafhankelijke meldpunten inrichten. Vertrouwenspersonen aanwijzen die géén onderdeel zijn van het corps. Niet afwachten, maar actief monitoren, in samenwerking met gemeenten en Veilig Thuis. Net als bij huiselijk geweld is vroegsignalering cruciaal en moet wat achter de voordeur in beslotenheid gebeurt het daglicht kunnen verdragen.
Als samenleving moeten we stoppen met wegkijken. Vernedering is geen cultuur. Machtsmisbruik is geen traditie. Stilzwijgen maakt ons als maatschappij medeplichtig. Decennialang verschijnen dezelfde verhalen, steeds met nieuwe namen en steden, maar het patroon blijft hetzelfde. Laten we van deze nieuwe onthullingen geen incident maken, maar een keerpunt. Banden smeden voor het leven kan ook zonder hiërarchie geweld, machtsmisbruik en narigheid. Help de studentencorpora om andere, vriendelijke methoden voor het smeden van verbinding en eenheid te omarmen.
Laten we als maatschappij zorgen voor een studentenleven waarin prestatie niet ten koste gaat van persoonlijke veiligheid. Waar verbondenheid niet voortkomt uit onderdrukking. Waar jongvolwassenen zich kunnen ontwikkelen tot zelfbewuste burgers, en niet tot geharde meelopers of beschadigde slachtoffers.
Bovendien: de GGZ heeft het al zwaar genoeg. We hoeven niet moedwillig extra trauma’s te kweken.
Veilig Thuis. Ook voor corpsstudenten.