Slimme financiële cowboys hadden het al lang in de gaten: net als in de zorg valt er enorm veel geld te verdienen in het onderwijs. Niet met privé-scholen en particuliere universiteiten, maar via het lesmateriaal, de distributie, de bijlesindustrie, de zzp-ers business, de onderwijsbeleidsontwikkeling, het academisch onderzoek en de financiering van leerstoelen. Hidden privatisation, zo werd dit 15 jaar geleden in een Engelse studie al aangeduid. Sluipenderwijs souperen grote bedrijven een steeds groter deel van het publieke onderwijsbudget op.
Een schitterend maar treurig stemmend artikel in De Groene Amsterdammer van 30 augustus jl. brengt dit inmiddels ver voortgeschreden proces van commercialisering van ons onderwijs gedetailleerd in kaart. Zo wordt duidelijk dat, hoewel in de onderwijsuitgeverij nog steeds de oude vertrouwde namen worden gebruikt, de uitgevers inmiddels vrijwel allemaal in handen zijn van grote internationaal beursgenoteerde bedrijven of van private equity: zeer lucratief en zonder risico, want de overheid betaalt. Hetzelfde geldt voor de distributie. Die is ook in handen van investeerders. En zonder dat de ouders het beseffen blijkt ook de bijlesindustrie, huiswerkbegeleiding en examentraining, waar inmiddels meer dan een kwart van alle leerlingen in ons land gebruik van maakt, grotendeels in handen van private equity of andere investeerders. Voor de ouders is dat meestal niet zichtbaar, omdat veel bijlesbedrijven hun oude naam behouden – ‘juffrouwjulia’, ‘schoolkitchen’. Overigens kopen niet alleen ouders, maar ook scholen diensten in bij deze bedrijven.
Ook op het gebied van het personeel, de leraren, zien we een dergelijk beeld. De uitzendbureau’s en de detacheerders verdienen goud aan de verschuiving van vast naar tijdelijk personeel. Het kost de scholen handenvol geld, aangezien deze bemiddelaars gegeven de schaarste zonder gêne een provisie van 200% durven te vragen. Daarnaast blijkt de wereld van scholing, ondersteuning en advies voor scholen na de opheffing van de gemeentelijke en regionale onderwijsadviesbureaus in feite volledig in handen van commerciële bureaus. Tot slot zien we in de academische wereld een vergelijkbaar sluipend proces van commercialisering. Onze universiteiten zijn voor een kwart van hun geld, ruim 2 miljard, afhankelijk van extern onderzoeksgeld, waarvan bijna een vijfde van grote firma’s komt. In de subsidievoorwaarden van NWO wordt vaak als voorwaarde genoemd dat er samengewerkt moet worden met het bedrijfsleven En bedrijven financieren niet alleen onderzoek, maar hebben ook invloed op het onderwijs. Zo worden bijna 200 hoogleraren door grote bedrijven betaald, met Philips – 12 leerstoelen – en Shell – 8 – aan kop.
Het artikel sluit af met de vraag van onderwijssocioloog Sjoerd Karsten wat er nog resteert van het publieke onderwijs. ‘Hoeveel is er nog over van het publieke karakter van een school als het beleid van die school grotendeels wordt ontwikkeld door een commercieel adviesbureau, het onderwijsgevend personeel bestaat uit zelfstandigen, de onderwijsmethodes gedicteerd worden door Google en de kinderen ’s middags les krijgen van het commerciële huiswerkbedrijf.’
Lees dit artikel. En het vervolg volgende week!