LEESBEVORDERING (OF LOF DER VERVELING)

Delen:

In zijn standaardwerk The rise of the novel (1957) verbindt de Britse literatuurcriticus Ian Watt de opkomst en bloei van de roman in de 18e eeuw aan een reeks sociale veranderingen in die periode. Zo noemt hij de toenemende invloed en macht van de middenklassen en hun behoefte zich intellectueel en emotioneel te profileren. Een andere factor ziet hij in de groeiende vraag naar vermaak bij vrouwen, die, verlost van hun huishoudelijke taken, vaak weinig omhanden hadden. De roman, aldus Watt, is voortgekomen uit een voedingsbodem van verveling.

Dat laatste verklaart misschien ook waarom lezen niet door iedereen als een deugd werd beschouwd. Maar al te gemakkelijk, zo was de gedachte, verdeed men zijn tijd met oppervlakkige lectuur, terwijl de ‘serieuze literatuur’ je confronteerde met zaken waar een fatsoenlijk mens zich beter niet mee inliet.

Ook kinderen konden volgens veel ouders en andere opvoedingsbemoeials hun tijd beter besteden aan andere zaken dan lezen: ga liever buiten spelen of doe iets nuttigs in plaats van met de neus in de boeken te zitten en je ogen te verknoeien.

Niettemin is sinds de opkomst van de roman de vrees dat allerlei noviteiten mensen juist van het lezen af zouden houden ook een constante geweest. De trein, de bioscoop, de grammofoon, sporten of tv-kijken: allemaal zijn ze in de loop der jaren weleens opgevoerd als bedreigingen van het lezen. De gebroeders De Goncourt schrijven ergens dat ze eind 19e eeuw een uitgever hadden horen klagen over de fiets: dit voertuig zou mensen weghouden van het lezen. Vandaag de dag worden vooral de sociale media en smartphones als de boosdoeners aangemerkt.

Wat wellicht veranderd is, is dat tegenwoordig vrijwel niemand kinderen nog maant iets nuttig te gaan doen in plaats van te lezen. Sterker nog, we maken ons collectief zorgen over de afname van hun leesvaardigheid, waarbij de gegevens uit het internationale Pisa-onderzoek laten zien dat die afname bij Nederlandse kinderen ook nog eens sterker is dan in een aantal omringende landen.

Alle hens aan dek dus om kinderen (weer) aan het lezen te krijgen en het literatuuronderwijs op scholen prioriteit te geven. Het is niet alleen goed voor de taalontwikkeling en verrijking van de woordenschat, maar zou ook nog eens bijdragen aan het inlevingsvermogen en de empathie van kinderen. ‘Romans zouden […] in het basispakket moeten van ons zorgstelsel’, meent hoogleraar Boekwetenschap Lisa Kuitert in een essay over de toekomst van de Nederlandstalige roman. Ironie, naar ik hoop, want persoonlijk houd ik mij liever op in een bibliotheek dan in een zorginstelling.

Hoe dan ook, romans zijn ‘gezonde kost’, kan dagelijks worden ingenomen,  zo niet thuis, dan tenminste op school.

Wie als leerkracht graag aan de slag wil met literatuuronderwijs, maar geen helder idee heeft hoe dat aangepakt kan worden, zou te rade kunnen gaan bij het lezenswaardige proefschrift van Anouk de Kleijn over Leesmotivatie en persoonlijke groei in het literatuuronderwijs (2025), dat begin februari verdedigd werd aan de Rijkuniversiteit Groningen. Zij doet daarin verslag van ontwerp en toepassing van een lessenserie voor het literatuuronderwijs. Ze heeft daarbij uitvoerig gekeken naar de wensen en behoeften van leerlingen en leerkrachten. Zo worden de laatsten voorzien van een gedetailleerd lesprogramma, compleet met powerpoints en instructies voor de lesopbouw. Bovendien heeft ze een uitgebreide boekzoektool gemaakt: een selectie van geschikte Nederlandse romans, gerangschikt naar leesniveau’s, voorzien van een korte samenvatting en enkele bespreekvragen. Een mooie basis voor iedere (beginnende) leerkracht Nederlands, gemakkelijk aan te vullen en te actualiseren.

Voor de leerlingen heeft ze de methode van de boekenclub ingezet; daarin leest en bespreekt een groepje leerlingen samen een boek. Ook dit maakt ze weer zo concreet mogelijk en in de praktijk blijkt dat de meeste leerlingen er goed mee uit de voeten kunnen.

Of dit alles nu daadwerkelijk bijdraagt aan de leesmotivatie en persoonlijke groei van leerlingen laat zich niet zo gemakkelijk vaststellen. Wat die persoonlijke groei betreft: in de adolescentiefase valt er eigenlijk niet aan te ontkomen. Het is wat dat betreft net als met de secundaire geslachtskenmerken: het moet wel raar lopen wil er zo tussen je 12e en 18e helemaal niets groeien.

Verloopt die groei – ik bedoel nu weer de persoonlijke – anders of zelfs beter bij lezers vergeleken met niet-lezers? Het proefschrift geeft er niet echt een ondubbelzinnig antwoord op. Bovendien moest ik onwillekeurig denken aan Sylvia Witteman, die in haar laatste boekencolumn voor de Volkskrant schreef: ‘Laat je niet wijsmaken dat je van lezen een beter mens wordt, want dat is niet waar. Ik kan het weten.’ Laten we het er maar op houden dat je van lezen vooral een betere lezer wordt en dat is al heel wat.

Met de beoogde verbetering van de leesmotivatie is het niet veel anders gesteld. In de context van het onderwijs suggereert het gebruik van de term vaak dat motivatie iets is, dat er wel of niet is. In dat laatste geval spreken we van een ongemotiveerde leerling. Maar het werkelijke probleem is niet dat die leerling ongemotiveerd is, maar dat hij niet gemotiveerd is voor datgene waartoe het onderwijs hem wil aanzetten, in dit geval: lezen. Hier zou je kunnen zeggen dat lezen de beste motivatie is om te lezen, maar dan moet je leerlingen wel eerst zover zien te krijgen.

Zo ingewikkeld als het is, zo eenvoudig is het ook: veel adolescenten lezen niet, omdat ze domweg te veel om handen hebben en zich geen moment hoeven te vervelen. Blootgesteld aan een overdaad aan vermaak biedende afleidingen – vooral de sociale media – krijgt de verveling geen kans tot wasdom te komen en vinden adolescenten nergens nog tijd om zich over te geven aan een roman. Jongeren motiveren om te gaan lezen, begint dus bij het ruimte bieden aan de verveling, thuis en op school (dus op zwart met televisie, playstation, laptop en smartphone) en dan maar zien wat er gebeurt.

Maar verveelbevordering, daar zie ik nog niet zo gauw iemand een lessenserie voor het onderwijs over schrijven.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *