In het veld, onder kinderrechters, familierechtadvocaten, mediators en opvoedkundigen is iedereen doordrongen van het inzicht dat vele kinderen de dupe worden van complexe, langdurige echtscheidingsprocedures. Ex-partners bijten zich in zo’n geval vast in hun eigen gelijk en verliezen het belang van het kind volledig uit het oog. Van alle kanten worden inmiddels oplossingen voor deze breed gesignaleerde problematiek aangedragen. Eind vorig jaar werden honderden voorstellen voor een zogeheten Divorce Challenge geselecteerd. De kinderrechters kondigden aan dat zij de vechtscheiding gecoördineerd gaan aanpakken.
Wonderbaarlijk genoeg kwam de Staatscommissie Herijking ouderschap tezelfder tijd met een voorstel dat evident zal bijdragen aan een verdere toename van deze problematiek. Alsof haar neus bloedde pleitte de commissie onder voorzitter Aleid Wolfsen voor juridisch meerouderschap en meeroudergezag. Dit betekent immers dat we een toename van problemen bij ouders die uit elkaar gaan kunnen verwachten. Denk aan beruchte kwesties als de onderhoudsplicht, die nu al heel vaak voor veel conflicten zorgt. Meeroudergezag betekent dat meerdere personen mogen meepraten en vooral beslissen over allerhande opvoedings- en verzorgingskwesties. Dat is vragen om ruzie, veel meer nog dan nu. Zelfs bij een stabiele relatie tussen drie of vier ouders met gezag zorgt het recht om allemaal gelijkwaardig over alle kwesties betreffende de opvoeding en verzorging van de gezamelijke kinderen te mogen meepraten al gauw voor onderlinge spanningen. Maar een kind begrijpt dat als de relatie met een of meer van deze ouders wordt beëindigd, de onderlinge conflicten over dergelijke kwesties voor het oprapen liggen. Ook meerouderschapsouders zijn tenslotte moderne mensen die staan op hun rechten.
Hier zit, zoals ik eerder aangaf, bij dit voorstel de pijnlijkste blinde vlek. Immers, de kans dat een van de betrokken volwassenen uit zo’n meervoudige opvoedingsconstellatie stapt is zeer groot. Bijvoorbeeld omdat de derde ouder een (nieuwe) partner vindt. Of omdat twee stellen toch langzamerhand uiteengroeien, of omdat het ene stel gaat verhuizen naar een andere stad of ander land. Dat brengt onvermijdelijk met zich mee dat meeroudergezag, tenminste zolang wordt vastgehouden aan voortgezet ouderlijk gezag na scheiding, gepaard zal gaan met een toenemende hoeveelheid vechtscheidingen. En zoals ik eerder constateerde, zal in al die gevallen bij uitstek één partij daarvan de dupe worden, namelijk het kind.
De Staatscommissie bracht haar voorstel aan de man in termen van ‘het belang van het kind’. Het was echter zonneklaar dat zij dit belang juist volstrekt ondergeschikt had gemaakt aan een heel ander belang, namelijk de uitdrukkelijke wens van het COC om meerouderschap in Nederland mogelijk te maken. Op het punt van meerouderschap produceerde de Staatscommissie een allesbehalve objectief, wetenschappelijk verantwoord rapport, zoals bijvoorbeeld duidelijk werd door het volkomen achterwege laten van een analyse van de mankementen van ons huidige echtscheidingsrecht. Slap en dubieus werk van de Staatscommissie; succesvol lobbywerk van het COC.
En zie nu de ‘logische’ volgende stap: zojuist heeft het COC ook de handtekening van 8 partijen weten te verwerven onder haar Regenboog Stembusakkoord 2017. Daarin staat prominent als punt 2, dat ‘de ondertekenaars beloven dat er op korte termijn een goede meerouderschapswet komt, waardoor meer dan twee personen ouderschap en ouderlijk gezag kunnen krijgen.’ Natuurlijk hebben die 8 lijsttrekkers te doen met kinderen die de dupe worden van een vechtscheiding. Maar geen van hen had de moed om een dergelijke vanzelfsprekende kanttekening te maken bij dit voorstel van het COC. Van SP tot VVD wil immers niemand het stempel ‘ouderwets’ opgedrukt krijgen. Dan maar even niet zeuren over die kinderen. Maar reken maar, omdat meerouderschapsouders net zulke moderne mensen zijn als andere Nederlanders zal ook onder hen in hoge mate, hoogstwaarschijnlijk zelfs in nog hogere mate, gescheiden worden. En reken maar dat dat vele extra vechtscheidingen gaat opleveren. Want deze ouders zullen dan volop op hun net verkregen rechten gaan staan. Daar hebben ze tenslotte al die jaren keihard voor gestreden!
Een artikel met een kritische beschouwing over het voorstel van de staatscommissie verscheen recent in het tijdschrift Jeugdrecht in de Praktijk.