De Taalgids van het LAKS

Delen:

Er was onlangs in de pers veel opwinding over de Taalgids van het LAKS. Met name rechts georiënteerde media en groepen riepen moord en brand. Wilders twitterde meteen: ”Knettergek.” Wybren van Haga van Belang van Nederland meent: “Het waanzinnige “wokegedram” jaagt leraren weg en zorgt voor grote verwarring bij jonge kinderen- die zich in veruit de meeste gevallen wel gewoon een jongen of meisje voelen.” Mariëlle Paul van de VVD vindt: “Laat leraren hun eigen woorden kiezen. Zij zijn prima in staat om zelf te bepalen hoe ze leerlingen respectvol kunnen aanspreken.”

In plaats van al deze emotionele reacties en scheldpartijen uitmondend in doodsbedreigingen (naar mededeling van het LAKS zelf) zou men ook de moeite kunnen nemen de argumenten van het LAKS serieus te bestuderen. De voorstellen van het LAKS betreffen twee onderdelen: taal in beleidsnota’s en rapporten, en taal in de klas.

 

Taal in beleid

In de eerste plaats wenst het LAKS af te komen van de term onderwijsniveaus. Immers dit woord veronderstelt hoog en laag en verwijst naar beter en slechter. Het LAKS wil respect voor iedereen, en dus kiest het voor de term onderwijsrichtingen. Ook wil het LAKS van de termen op- en afstromen af. Dat wil ik ook graag, al was het maar omdat dit heel lelijk Nederlands is. Het Laks kiest voor doorstromen. Maar doorstromen betekent in onze taal (zie van Dale): geleidelijk verdergaan. Is van VWO naar VMBO doorstromen een “geleidelijk verdergaan”? Ik vind dat moeilijk te begrijpen. Het LAKS noemt als alternatief: switchen. Prima, maar dan wel graag in het Nederlands vertaald: omschakelen.

Zitten blijven zou een negatieve bijklank hebben, reden om de term te vervangen door doubleren. Maar volgens van Dale betekent doubleren zittenblijven. Met die term schieten we dus niets op.

Het LAKS heeft bezwaar tegen de terminologie hoog- en laagopgeleiden. Liever willen zij dat de opgeleide wordt aangeduid met de opleiding die hij/zij/hen gevolgd heeft. Dus bijvoorbeeld: iemand met een Hbo-opleiding. Maar het paradoxale is dat die aanduiding alsnog het hoger opgeleide weer aan de orde stelt. Geen oplossing dus.

Het LAKS wil leerlingen van het MBO geen leerlingen maar studenten noemen. Oorspronkelijk was de aanduiding student exclusief bedoeld voor “…iemand die studeert, m.n. iemand die de colleges van een universiteit of van een hogeschool volgt.” (Aldus van Dale). Inmiddels is wettelijk vastgelegd dat leerlingen van het MBO studenten worden genoemd. Reden: door ze officieel student te noemen kunnen ook zij profiteren van een studentenpas, studentenkortingen enz. Dat is prima, lijkt me.

Het LAKS wil van de term thuiszitter af. Zij menen dat de term onvoldoende recht doet aan de complexiteit van de leerling die op een school staat ingeschreven, maar langer dan vier weken niet is komen opdagen. Ook gaat het om leerlingen die niet op een school staan ingeschreven zonder daar vrijstelling voor te hebben. Ik ben het met het LAKS eens dat de term thuiszitter de verantwoordelijkheid uitsluitend bij de leerling lijkt te leggen. Het LAKS kon geen alternatief vinden. Wat denken ze van: onwenselijke absentie?

De term ‘nieuwkomers” is volgens het LAKS te vaag om te gebruiken. Ik ben het daar mee eens. Mijn voorstel: gebruik de term niet.

Heel subtiel is het voorstel gehandicapte leerlingen in het vervolg aan te duiden als leerlingen met een handicap. In het ene geval zet je dat handicap voorop, in het andere geval de leerling. Maar ja, in beide gevallen schrijf je de leerling een handicap toe. Een te subtiel voorstel, denk ik.

Het voorstel om de termen zwarte en witte scholen af te schaffen is mij uit het hart gegrepen: onnodig diskwalificerend en segregerend. Een terminologie met ongewenste Amerikaanse effecten.

Afschaffen van de termen achterstandsleerling, achterstandsscores en achterstandsscholen lijkt mij een goed voorstel. Over ongelijke kansen kan veel preciezer worden gediscussieerd.

 

Taal in de school en in de klas.

 

Het eerste voorstel is de termen jongens en meisjes onder de loep te nemen. Volgens het LAKS zijn er meer genderidentiteiten dan de “veronderstelde twee”. Om inclusiviteitsredenen wil het LAKS graag dat de klas niet wordt begroet met “Goedemorgen jongens en meisjes”, maar met bv. “Goedemorgen leerlingen” of “Goedemorgen allemaal”.  Je moet voorkomen, aldus de auteurs, dat je iemand een genderidentiteit oplegt.

Naar mijn mening komt iedereen ter wereld met een van de twee fysiologisch vast te stellen geslachtskenmerken: mannelijk en vrouwelijk. In die zin is iedereen man of vrouw, of indien jong: jongen of meisje. Het blijkt dat geleidelijk in de ontwikkeling sommige personen zich niet beleven in overeenstemming met die fysiologische kenmerken: zo zijn er mannen die zich vrouw voelen en vrouwen die zich man voelen. Ook komt het voor dat iemand qua beleving zich noch man noch vrouw voelt. In al die gevallen evenwel is iemand geboren met binaire fysiologische kenmerken.

Waarom is het niet mogelijk de begroeting “Goede morgen jongens en meisjes” als neutraal te ervaren. Je zou kunnen zeggen dat deze begroeting genderneutraal is, biologisch van aard. De zo begroetende leraar sluit niemands persoonlijke beleving uit en respecteert (als het goed is) ieders persoonlijke genderidentiteit, juist door die niet te benoemen.

Ik ben bang dat de strijders voor een erkenning van de persoonlijke genderbeleving in begroetingsrituelen niet beseffen hoe oeverloos ingewikkeld onze taal zou worden als we steeds aandacht voor de persoonlijke beleving moeten uitdrukken. Als ik op een begrafenis de aanwezigen toespreek met hoe bedroefd wij zijn met het heengaan van onze vriend en collega kan men bezwaarlijk verwachten dat ik ook vermeld dat sommige aanwezigen eerder vreugde voelen over dit heengaan. Als de weerman meldt dat het morgen prachtig weer is, want minstens 30 graden Celsius, dan denk ik steevast: hoezo mooi? Ik haat die hoge temperaturen. De weerman moet zich beperken tot de objectieve feiten, tot de natuurlijke gegevens. Een leraar die zegt: “Goedemorgen jongens en meisjes”|, doet precies, wat ik ook van die weerman verwacht. Natuurlijke gegevens, geen persoonlijke belevingen en dus volop ruimte voor de belevingen van de toehoorders.

Maar natuurlijk is iedereen vrij de suggesties van het LAKS (en het voorbeeld van de NS) te volgen. Overigens, en dat zal het LAKS met mij eens zijn: belangrijker dan gekissebis over begroetingsrituelen is de echte empathie, het echte begrip voor doorleefde genderidentiteit, echte inclusiviteit. (En die ontbreekt bij alle politici die naar aanleiding van de voorstellen van het LAKS scheldwoorden roepen als “knettergek” en onmiddellijk eisen dat de subsidie voor het LAKS wordt ingetrokken).

Beroepsbenamingen als docent, directeur en schoolleider wil het LAKS ongewijzigd ook gebruiken als het gaat om “mensen, die zich niet identificeren als mannen.” Dat sluit aan bij een ontwikkeling die al in onze taal gaande is. Prima dus. Moeilijker lijkt mij het voorstel om geen aanduidingen meer te gebruiken, waarin man al voorkomt (brandweerman). Dergelijke termen wil het LAKS vervangen door algemenere (zoals brandweerkracht). Ik ben tegen zulke gekunstelde taal. Waarom niet ook deze termen toepassen op niet-mannen? De huidige ombudsman is een vrouw!

Discriminatie en racisme in de klas. LAKS ziet af van een lijst met afkeurenswaardige woorden, maar wenst dat scholen een antidiscriminatiebeleid hebben. Ik ben geen voorstander van eindeloos veel protocollen. Liever zou ik een vertrouwenspersoon in de school hebben, die klachten kan opnemen op grond waarvan (bindende) gesprekken met leerkrachten plaatsvinden.

Het LAKS wil af van “Excellente scholen”. Ik ben het daarmee eens: zulke aanduidingen zouden alleen zin hebben als scholen concurrerende bedrijven waren. Quod non.

Het LAKS wil ook af van begrippen als “Gouden Eeuw” en “Slaven”. Immers het gaat hierbij om omstreden en soms aanstootgevende issues. Tja, ik zou dergelijke termen om historische redenen handhaven, maar er in de klas met verstandige nuancering over doceren en discussiëren.

 

Conclusies

Het LAKS als voorhoede van de Nederlandse Middelbare Scholieren heeft een serieuze en prijzenswaardige inspanning verricht om de inclusie van scholen te vergroten. Daartoe hebben zij kritisch de gangbare terminologie geanalyseerd en voorts voor verwerpelijke begrippen alternatieven aangegeven. De reacties in de media waren overheersend negatief en niet getuigend van enig begrip voor deze serieuze en intelligente onderneming.

Helaas werden de reacties overschaduwd door emoties rond de twee geslachten. Met nadruk gebruik ik hier de biologische term geslachten, en niet het veel complexere en niet binaire gender. Om alle verkeerde emoties te neutraliseren zouden we kunnen overeenkomen met “jongens en meisjes” te verwijzen naar iedereen, die geboren is met de fysiologische kenmerken van een van deze beide groepen. Daarnaast kan op andere wijzen worden opgeroepen tot empathie en respect voor meerdere genderidentiteiten. Ook en vooral op school.

 

 

 

 

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *