Pedagogische permanentie als realistisch idealistisch doel voor de jeugdzorg

Delen:

 

Onlangs kopte de Correspondent  ‘Hoe verander je de wereld? Moed, idealisme en tegendraadsheid zijn belangrijk, maar op zichzelf niet genoeg. Je verandert de wereld door volharding (moeilijk), organisatiekracht (saai) en een fikse dosis pragmatiek (realistisch).’ Rutger Bregman breekt een lans voor idealen maar vooral ook voor realisme. Juist dat realisme hebben we nodig in de jeugdzorg. Onderbouwd realisme, geworteld in persoonlijke en klinische ervaringen ondersteund door inzichten uit theorie en onderzoek.

Realistisch idealisme wordt steeds meer een no-go area – althans zo ervaar ik dat. Alle debatten en artikelen die ik tegenkom staan bol van idealisme: nul uithuisplaatsingen, het altijd laten terugkeren van kinderen naar het gezin van oorsprong bijvoorbeeld. Dergelijke ideeën en wensen staan zo ver van de realiteit dat ik niet anders kan dan een oproep te plaatsen. Een oproep om realistische idealen te formuleren voor de jeugdzorg, een sector die het zo moeilijk heeft en altijd onder vuur ligt.

Waarom stel ik zulke prachtige doelen als nul uithuisplaatsingen of alle kinderen bij hun ouders laten wonen ter discussie? Allereerst omdat het niet realistisch is, zelfs niet idealistisch. Het is in mijn visie utopie. Een prachtige utopie maar wel een utopie. Dat tot ideaal maken doet kinderen tekort. Doet ouders tekort. Juist in de jeugdzorg en vooral in de jeugdbescherming is realistisch idealisme geboden. Dit houdt in dat wij als jeugdzorgprofessionals vanuit respect met ouders en kinderen werken. Daarbij houden we goed rekening met wensen, grenzen, cultuur maar bovenal kijken we realistisch naar (on)mogelijkheden voor verandering. Hulp inzetten die werkt, tijdig evalueren en als het niet meer gaat – wat altijd naar en verdrietig is – de keuze maken voor een andere opvoedingsomgeving, een ander gezin. Werken aan pedagogische permanentie. Het kind centraal. Dat is mijns inziens realistisch idealisme.

Ik herinner me uit de jaren dat ik in de jeugdbescherming werkte goede voorbeelden van realistisch idealisme. Ouders die wilden opvoeden, maar waarvoor het leven zo zwaar en ingewikkeld was dat het niet lukte. Keer op keer niet lukte.  Deze ouders verdienen hulp en respect, zij hebben recht op een duidelijke rol in het leven van hun kind, maar moet dat altijd de rol van dagelijkse opvoeder zijn? Is dat realistisch? Of is dat idealisme? Een utopie?

Nul uithuisplaatsingen: een prachtige idealistische stip op de horizon voor beleidsmakers. Het wordt een ‘waarheid’ die de sector nooit kan waarmaken. Niet mag waarmaken. Niet elk kind is beter af bij ouders. Een harde en nare waarheid. Laten we gezamenlijk gaan voor pedagogische permanentie als stip op de horizon. Elk kind een eigen gezin, een permanente plek. Zorgen voor bestaanszekerheid. Streven naar pedagogische permanentie!

Of zoals een vader het verwoordde: ‘ach weet u opvoeden is voor mij gewoon te moeilijk’. Dat had niemand hem ingegeven. Dat was zijn conclusie. Hij zag zijn kinderen regelmatig, had goed contact met het gezin waarin ze opgroeiden, maar hoefde de opvoeding niet meer vorm te geven. Ritme, regelmaat, dagelijkse verzorging, grenzen stellen, ontwikkeling van het kind stimuleren, beschikbaar zijn emotioneel en fysiek en zo kunnen we nog doorgaan: het was allemaal te ingewikkeld. Opvoeden is een pittige taak. Dat is realisme. Het is idealisme om te denken dat iedereen dat kan. Erkennen dat er ouders zijn die dit niet kunnen of niet (meer) willen leren is wezenlijk. Vanuit afstand kon de vader uit mijn voorbeeld vader zijn. Als dagelijks opvoeder lukte hem dat niet.

Pedagogische permanentie is voor mij een vorm van realistisch idealisme. Dit ontbreekt in de jeugdzorgplannen en visies. Best bijzonder eigenlijk, omdat onderzoek en praktijk laten zien dat een pedagogisch permanente plek de belangrijkste voorwaarde is voor groei en ontwikkeling van kinderen.

Aansluiten bij wat kinderen nodig hebben vraagt daarnaast om lef en om gedegen, toegankelijke hulpverlening. Daarbij hoort het transparant en tijdig durven nemen van ingewikkelde besluiten, die zo nodig de kinderrechter toetst. Het vraagt hulpverlening die ouders  niet buiten spel zet, maar helpt bij het vinden van een nieuw evenwicht. Hen ondersteunt bij het invullen van een andere rol, die ingaat op zaken als rouw en verdriet. Thema’s die spelen wanneer ouders de opvoeding permanent (moeten) overdragen aan anderen. Hulpverlening gericht op en specifiek voor ouders, zodat zij samen met andere volwassenen om hun kind kunnen blijven staan.  Verbonden rond het kind, als ouder maar niet meer als dagelijks opvoeder. Ouders zijn wezenlijk voor het realiseren van pedagogische permanentie, net zo wezenlijk als het nieuwe gezin dat nu het kind dagelijks opvoedt en er is – samen met ouders – voor de rest van diens leven.

Realistisch idealisme is nodig om de wereld te verbeteren zo betoogt  Bregman in de Correspondent. De wereld is wat te groot voor mij. Ik houd me bij de sector waar ik in werk, de jeugdzorg. Daar is realistisch idealisme nodig om echte veranderingen te bewerkstelligen. Elk kind een eigen plek, bij ouders als dat kan maar zo dat niet (meer) kan,  dan is het streven naar pedagogische permanentie leidend.  Het kind centraal.  Een ‘child led system’. Idealisme is mooi, realistisch idealisme is wat mij betreft vele malen beter en bovenal: haalbaar!

 

En.. hoe we pedagogische permanentie vorm kunnen geven belicht ik in een volgende blog…

 

2 gedachten over “Pedagogische permanentie als realistisch idealistisch doel voor de jeugdzorg

  1. Prima bijdrage
    Er ontbreekt echter een belangrijk element: wat zijn de criteria die gehanteerd volgen bij bv uithuisplaatsing. Veiligheid? Ja natuurlijk
    Maar welke criteria worden dan gehanteerd? En zijn die juridisch handhaafbaar?

    1. Dank voor je reactie, belangrijk. Mag ik je daarvoor verwijzen naar de net in herziene vorm uitgebrachte richtlijn uithuisplaatsing – https://richtlijnenjeugdhulp.nl/uithuisplaatsing-en-terugplaatsing/ – waar tot mijn genoegen het Framework voor Assessement of Children in Need and their Families uit Engeland als theoretisch kader wordt gebruikt om tot een besluit te komen. Dit Framework is ontstaan in samenspraak tussen praktijk en wetenschap en biedt heldere aanknopingspunten voor inventarisatie van alle info om vervolgens tot een weging te komen. Transparante besluitvorming is een must in dezen. De richtlijn biedt daar goede aanknopingspunten voor.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *