In het familie- en jeugdrecht zijn de laatste jaren belangrijke stappen gezet richting een meer kindvriendelijke aanpak. Dat geldt zowel voor jeugdstrafzaken als in civiele zaken. Eind vorige eeuw bezocht ik talloze jeugdstrafzittingen bij diverse rechtbanken in het land. In het boek dat ik mede op grond van die observaties publiceerde, citeerde ik onder andere de vertwijfelde uitroep van een 17-jarig meisje op de vraag van de rechter of ze het vonnis snapte: “Ik begrijp er helemaal niks van, het zijn van die moeilijke woorden allemaal!”
In de daaropvolgende jaren zijn door mij en vele studenten onder mijn begeleiding ruim 3000 zittingen bij de kinderrechter in Nederland en elders in Europa systematisch bestudeerd. Nederland deed het vergeleken bij andere landen zeker niet slecht, maar er viel nog wel het een en ander te leren van de praktijk in andere landen en het kon op een aantal punten nog wel wat beter.
Sindsdien is met name in civiele zaken vooral wat betreft scheiding en omgang het besef aanzienlijk toegenomen dat kinderen, ook jonge kinderen, actief betrokken moeten worden en dat er serieus naar hun mening moet worden gevraagd. Zo laten sommige kinder- en familierechters tegenwoordig zelfs de regel los dat alleen kinderen van 12 jaar en ouder worden uitgenodigd om te worden gehoord bij een zogeheten complexe scheiding. Daarvan is sprake als het de ouders maar niet lukt om tot goede afspraken betreffende de opvoeding en verzorging van de kinderen en tot de naleving daarvan te komen. Die rechters realiseren zich dat ook aanzienlijk jongere kinderen een duidelijke mening kunnen hebben over zaken die voor hen van groot belang zijn, zoals het ouderschapsplan of de omgangsregeling, en dat het voor deze kinderen heel belangrijk is dat ze worden gehoord.
Inmiddels wordt er bij vrijwel alle rechtbanken in het geval van een complexe scheiding overgegaan tot het houden van een kort, informeel gesprekje van een minuut of 10, 15 met het kind waarbij de ouders niet aanwezig zijn. Dit zogeheten kindgesprek beoogt de stem van het kind tot zijn recht te laten komen. Dit betekent uiteraard niet dat het kind beslist, maar wel dat er goed geluisterd wordt naar de mening van de minderjarige en dat de rechter bij zijn beslissing rekening houdt met die mening en aangeeft in hoeverre en waarom zijn beslissing daarop aansluit dan wel ervan afwijkt.
Dit is een grote stap vooruit vergeleken bij de praktijk van enkele decennia geleden. Toch valt er hier en daar in elementair pedagogisch opzicht nog wel wat te verbeteren. Bijvoorbeeld soms toch nog wat betreft ‘die moeilijke woorden allemaal’. Zo wordt er in een voorlichtingsfilmpje over het kindgesprek gesproken over de griffier, alsof dat woord bij de meeste kinderen bekend is.
Soms is er een onhandigheidje in de beeldvorming. Zo staat er op de site van De Rechtspraak een plaatje van een kinderrechter in toga bij een voorlichtingsfilmpje over het kindgesprek, terwijl nou juist kenmerkend voor dat gesprek is dat het informeel is en de rechter daarbij juist geen toga aan heeft, zoals het filmpje zelf ook duidelijk probeert te maken. Even terzijde: in Duitsland worden al jarenlang informele kindgesprekken op de werkkamer van de kinderrechter gehouden en niet alleen in civiele zaken, maar ook in het jeugdstrafrecht. Misschien iets om ook in ons land te overdenken.
In een video van het Kenniscentrum Kind en Scheiding stuiten we daarentegen op een echte gemiste kans. Dan bedoel ik niet dat tamelijk kille kantoorhokje, waar overigens in sommige rechtbanken een kindvriendelijker plekje voor gecreëerd is (en waarbij vergeleken de serieuze, maar ‘bewoonde’ werkkamer van sommige Duitse kinderrechters vol met stapels dossiers veel aantrekkelijker is). Dan bedoel ik de grote, witte tafel waaraan de rechter en de griffier tegenover de minderjarige plaatsnemen.
Les 1: zoek een ander arrangement, ga wat dichter bij elkaar zitten en overweeg of opnemen zonder griffier in plaats van typen door de griffier niet beter is. Les 2: Ga niet recht tegenover elkaar zitten, maar zoveel mogelijk naast elkaar en zet iets voor jullie samen neer waar je de aandacht op kan richten – een afbeelding van twee huizen en een kind in het midden of iets dergelijks, verzin maar wat. Maak ‘t vooral voor het niet zo makkelijk pratende kind op zo’n manier mogelijk om enigszins ongedwongen te vertellen wat het kwijt wil.