Nog 1 keer: de Top600 moet echt anders

Delen:

Zoals ik in mijn vorige blog in herinnering bracht, sprak burgemeester Eberhard van der Laan in de zomer van 2017 in Zomergasten met de van hem bekende overtuiging over zijn prestigeproject, de Top600. Hij had het daarbij herhaaldelijk over ‘die jongens’ en onderstreepte daarmee nog eens dat het nog altijd ging om een groep jonge en ‘steeds jonger wordende gewelddadige criminelen’ die zich aan ernstige misdrijven hadden schuldig gemaakt.

Toen ik het jaar daarop de cijfers betreffende de Top600 analyseerde, concludeerde ik dat dat niet klopte, dat Amsterdam een ander beeld uitdroeg dan waar de Top600 om bleek te draaien en dat de gemiddelde leeftijd 28 jaar was. Nadat ik hier bij verschillende gelegenheden, onder meer in Het Parool, op had gewezen, werden hierover vragen gesteld in de Amsterdamse gemeenteraad. Daarop antwoordde Van der Laan’s opvolger, burgemeester Halsema op 30 januari 2019 dat dat correct was: “De Top600 kent geen leeftijdsrestrictie. De gemiddelde leeftijd van de Top600 is op dit moment 28 jaar, variërend van15 tot 68 jaar. Qua opbouw is 2% jonger dan 18 jaar, 34% tussen 18 en 23 jaar, 30% is tussen de 24 en 30 jaar en 33% is ouder dan 30 jaar.”

Dus geheel tegengesteld aan het verhaal van haar voorganger werd hier in de bescheiden context van de raadsvergadering erkend dat er in feite helemaal geen duidelijk afgebakende doelgroep voor deze aanpak bestond. Intussen is dit Amsterdamse voorbeeld op talloze plaatsen in het land gevolgd, steeds onder het vaandel van de aanpak van ernstig ontspoorde jongeren.

In mijn korte opiniebijdrage in Het Parool lag de focus op de oudere harde kern van volharders, die gewoon doorgingen met hun criminele levenswijze. In meer uitgebreide publicaties wees ik echter ook op het feit dat de meeste detenties van de Top600 nog geen 2 maanden duurden. Kortom, de Top600 bleek niet alleen geen leeftijds-restrictie te kennen, maar ook geen ernst-restrictie. Dan kan de conclusie niet anders luiden dan dat er van meet af aan in meerdere opzichten werd gerommeld met de doelgroep – wetenschappelijk gezien een van de meest ernstige fouten die je kan maken.

Tel daar de in mijn vorige blog genoemde fouten op het punt van opjaagbeleid en brussenaanpak bij op en er leek al jaren geleden ruimschoots aanleiding voor kritische herbezinning op de gevolgde aanpak. Toch stelt burgemeester Halsema in reactie op de conclusie van het recente WODC-onderzoek dat de Top600 niet leidt tot minder recidive, dat met dit onderzoek geen conclusies kunnen worden getrokken over de effectiviteit van de aanpak. Zoals ik in mijn vorige blog opmerkte is die reactie niet erg hoopgevend. Inmiddels is overduidelijk dat de Top600 echt anders moet en dat herbezinning op de doelgroep en de aanpak daarvan absoluut noodzakelijk is.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *