Hoe de vuurwerkcowboys jonge kinderen tijdens de jaarwisseling de straat op sturen

Delen:

Ondanks een vuurwerkverbod in meerdere steden is tijdens de jaarwisseling weer voor vele miljoenen schade aangericht, aan woningen en auto’s, bedrijven, scholen, een kerk. Minstens zo ernstig zijn de aantallen volwassenen en kinderen die ook dit jaar weer fysieke schade van het vuurwerk opliepen. Het aantal vuurwerkslachtoffers met ernstig letsel was dit keer nog hoger dan voor Corona – weer veel oogletsel, botbreuken en brandwonden en tientallen vingers en een aantal handen moesten worden geamputeerd.

Het Oogziekenhuis in Rotterdam telde meteen na oudejaarsnacht 23 slachtoffers. De plastisch chirurgen zagen vooral ernstiger letsel en meer jonge slachtoffers dan voorheen. Van de meer dan vijftig zwaargewonden was tweederde jonger dan 18. Twaalf jonge jongens raakten hun hand of een groot deel daarvan kwijt door explosies van de verboden Cobra 6. Eén Cobra heeft volgens deskundigen al de kracht van een handgranaat en dan komen er ook nog aan elkaar getapete Cobra’s of zelfgemaakte giga-knallers van het flitspoeder uit die Cobra’s voor, kortom bommen, waarvoor de term ‘vuurwerk’ overduidelijk een eufemisme is.

Medici pleiten al jaren voor een verbod op consumentenvuurwerk, omdat de gevolgen van vuurwerkletsel ernstig en blijvend kunnen zijn. De vereniging van plastisch chirurgen wijst op permanente, chronische pijn bij veel vuurwerkslachtoffers en op het feit dat sommigen arbeidsongeschikt raken. Oogartsen hebben jaar in jaar uit om een vuurwerkverbod gevraagd. Jongeren, maar ook heel jonge kinderen zijn regelmatig slachtoffer van vuurwerk. Toch mogen die laatste zelf behalve niet roken en niet drinken ook geen vuurwerk kopen of afsteken. Enkele dagen voor Oud & Nieuw schreven twee oogartsen, oprichters van het Landelijk Vuurwerkmanifest, over dubieuze voorlichting over vuurwerk op de basisschool.

Je zou immers verwachten dat vuurwerkvoorlichting zich richt op de afstekers, dat wil zeggen de oudere jeugd en (jong)volwassenen. De artsen laten echter zien dat er in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een digitaal vuurwerk-lespakket is ontwikkeld speciaal gericht op kinderen uit groep 7 en 8, kortom degenen die zelf geen vuurwerk mogen kopen en het niet mogen afsteken, de leeftijdsgroep die behalve bijzonder naïef en kwetsbaar vaak ook extra gevoelig is voor spanning en avontuur.

Alsof een voorlichtingscampagne gericht op deze kinderen al niet gek genoeg is, blijkt bovendien dat het lespakket is samengesteld met medewerking van de Belangenvereniging Pyrotechniek Nederland en VuurwerkCheck, de club van winkels die vuurwerk verkopen en onder meer met een petitie tegen een verbod op vuurwerk actie voert. Terecht concluderen de medici: “basisschoolleerlingen krijgen dus les van commerciële vuurwerkverkopers die goud geld aan deze handel verdienen.”

En dan, als klap op de vuurpijl, komt het lespakket ook nog eens met een aantal werkelijk onverantwoorde tips. Meteen de eerste tip is al onbegrijpelijk: “Vind een volwassene die het vuurwerk voor jou kan afsteken en jouw vuurwerkbuddy wil zijn!” Wat …?! Een kind de straat op sturen om iemand te vinden die voor hem zijn vuurwerk wil afsteken?!! ‘Zijn’ vuurwerk…? In reactie hierop zeggen de artsen: “Nogal eens vertellen gewonde kinderen ons in de spreekkamer dat een onbekende volwassene hun vuurwerk gaf en daarna wegliep, waarop het gruwelijk misging. Ook pedagogisch vinden wij het onverantwoord schoolkinderen tussen de negen en twaalf jaar op zoek te laten gaan naar een volwassene die vuurwerk voor ze afsteekt. Waarom niet als eerste tip: praat met je ouders en/of verzorgers over de gevaren van consumentenvuurwerk?”

Ook de volgende tip is een pedagogische miskleun: “Houd voldoende afstand en dat is minimaal acht meter. Dat is zo ver als twee auto’s achter elkaar. Dit beschermt je tegen rondvliegende vonken. En ook loop je zo minder snel gehoorschade op. Ook kan vuurwerk per ongeluk vlak naast je ontploffen, als het afsteken niet goed gaat.” Op dit onheilspellende advies reageren de artsen als volgt: “Hoe kan een kind in een drukke straat ervoor zorgen dat mensen die vuurwerk afsteken op twee auto’s afstand van je blijven staan? En dan de suggestie dat rondvliegende vonken en gehoorschade bij consumentenvuurwerk horen, ook als je op afstand staat. Bij veilig vuurwerk horen geen rondvliegende vonken en ook geen gehoorschade. De meeste Nederlanders kopen geen vuurwerk vanwege de nadelen: veel letsels, geweld tegen hulpverleners en politie, dierenleed en milieuschade. Dat deze bewuste keuze als tip in het lespakket ontbreekt, is een verkeerd signaal. En een gemiste kans bij het begeleiden van schoolkinderen op weg naar sociaal-maatschappelijk burgerschap. Kinderen hebben behoefte aan grenzen voor consumentenvuurwerk. Niet aan een buddy die vuurwerk voor hen afsteekt.”

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *